Vanmorgen werd ik wakker na een iets rustigere nacht dan de twee hiervoor. Stijn springt op het bed en geeft aan dat hij nog wel wat langer vakantie wil. Rowan kruipt tegen me aan en zegt dat hij ook nog wel een dagje langer thuis wil blijven. Ze weten niks van mijn geheime missie van vandaag. En dat naar school gaan mij nu heel goed uitkomt. We stoeien nog wat en dan gaan we eruit. Ik ben blij dat het vandaag is. Straks naar de hematoloog om te horen of mijn lichamelijke klachten van de afgelopen weken -maanden- komen door stijgende kankerwaardes. Meer en andere botpijn, vreemde menstruatie, vermoeider.
Nu kan ik de spanning opvoeren maar dit is geen boek. De waardes zijn weer met 1 punt gestegen en staan nu op vijf. Het gerommel in mijn lijf wordt dus serieuzer maar gelukkig nog niet serieus genoeg voor een behandeling. Wederom laat de arts weten wat de behandelopties zijn wanneer er wel ingegrepen moet worden. Dat kan over vier weken zijn, maanden, heel misschien wel een jaar. Enerzijds ben ik opgelucht, het is niet zo erg als waar ik bang voor was. De klachten komen van hormonen, griep, te druk en een beetje de Kahler. Ik kan gewoon mee in de afsluitende schoolweken van de jongens. Anderszijds voelt het alsof ik héél langzaam omhoog getakeld word in die verschikkelijke achtbaan waar ik eigenlijk nooit meer in wil zitten.
Als ik thuis kom zijn mijn ouders er. Tijdens de koffie glijdt de spanning van de afgelopen weken langzaam van me af en wordt de wereld weer wat gewoner. De jongens komen thuis om te eten. Zij hebben geen weet van dit alles. En dat stemt me eigenlijk heel tevreden!