Het is weer zover. Het is juni. Veel op het programma. Leuke dingen. Dus ik klaag niet. Maar ik ben moe. Mijn hoofd is moe. Mijn lijf is moe. M’n hersenen maken overuren, ook al schrijf ik alles op.
Zo kom ik bij de fysio. En zij prikt er gelijk doorheen. Vraagt hoe het gesprek met de coach was. Knikt. Bevestigt. Verwoord het heel mooi. Beter voor mezelf zorgen. Minder druk maken om anderen. Maar vooral meer uiten. Nu doe dat ik dat laatste hier wel, in het dagelijks leven niet. Wil niet zeuren. Geen nadruk leggen op. En als je dan al moe bent, wordt het alleen maar lastiger om je aan te passen aan de snelle wereld, die je sowieso al niet meer kan bijhouden.
Ik moet er ook weer een beetje om grinniken. Want het zijn inkoppertjes. Ik weet heus wel waar het aan ligt. Zou het een ander ook prima kunnen vertellen.
Door het drukke weekend zit mijn lijf helemaal vast. Maar niet naar luisteren hè. Gewoon doorgaan, omdat er nou eenmaal veel gedaan moet worden deze weken. De fysiotherapeut luistert wel naar mijn lijf. Ze geeft me nog de keus. Trainen of masseren. Ik wil trainen, omdat ik dat nou eenmaal doe op dinsdag. Luisteren naar je lijf. De keus van de fysio is een vorm. ‘Kies voor masseren Evelien’, zegt een stemmetje in mij. Dus ik geef toe. En als ze me kneedt, merk ik pas weer hóe vast mijn bovenrug en nek zit. Sjouw ik ook nog even mee. ‘Kost ook energie hé’, zegt ze. Knap van haar. Ze legt nooit iets op. Maar laat me zelf inzien. Ze ziet me. Oordeelt niet. Helpt en begrijpt. Fijn is dat.
De coach gaf ook aan, dat het niet gek is dat ik af en toe deze momenten of periodes heb. En daarin ben ik veel te streng voor mezelf. Ik moet het allemaal maar goed doen. Mag niet af en toe verdrietig zijn. Of toegeven dat het even teveel is. Sterk zijn. Want nu is het toch goed? Fijn om even te sparren, fijn om even die spiegel voorgehouden te krijgen. Maar vooral fijn om te horen dat het normaal is. Of vooral om die bevestiging te krijgen. Want ik weet het heus wel.
Als ik minder moe ben, en minder te doen heb, gaat het gewoon prima. Kan ik prima leven met mijn leven. Dus nu heb ik de neiging om bovenstaande te wissen. Het klinkt zo zwaar. Zo depressief. Maar dat is dus de valkuil. Bij niemand is het altijd maar leuk en gaat het fantastisch. Toch? Het mag er gewoon zijn.
Ik houd van teksten en gedichten. Woorden. Sinds een tijdje heb ik een schrijfster ontdekt die heel mooi haar eigen kwetsbaarheid verwoordt. Omdat dat er nou eenmaal is. Voor mijn hobbykamer heb ik mezelf twee kaarten cadeau gedaan. En ingelijst. Ze vertellen zo goed hoe ik het vaak zie. Daar moest ik nu aan denken. Met een glimlach. Want hé, ik doe het toch allemaal maar mooi!