Het zit er op, de vakantie waar we zó naar uit gekeken hebben. De heenweg hebben we twee dagen 7 uur gereden. En dat was voor mij genoeg. We stonden eerst in Oostenrijk op een camping die voor mij het kuuroord was waar ik weleens naar verlangde. Niet alleen rust en een prachtige natuur maar ook een zwembad met echt lekker warm water. En daar heb ik voor het eerst weer gezwommen! Ik was al wel eerder naar een zwembad geweest maar zwemmen lukte niet. Te weinig kracht en teveel druk op mijn borstbeen. De jongens zijn dol op zwemmen en vonden het prachtig dat ik weer wat meer mee kon doen. En ik natuurlijk ook! Boven het zwembad was een stilte- en rustruimte. Hier liggen was een zaligheid voor mijn rug en rust. Waterbedden, een knapperend (nep) haardvuur, warmte en uitzicht op de bergen. Ik snap de helende werking van het sanatorium van eerder wel. Elke dag heb ik hier minimaal een uur liggen lezen.
We hadden Italië al geboekt en ik wilde daar ook zeker heen maar die rustruimte zou ik wel gaan missen. Italië had echter een aangename warmte voor me in petto, wat heerlijk was voor mijn botten en spieren. Het water in het meer had een dusdanige goede temperatuur dat ook ik daarin kon zwemmen. En dobberen op een luchtbed. Geen kracht en energieverspilling aan dingen die moeten maar alleen dingen doen die energie geven. Zoals 3,5 uur monopoly spelen, tafeltennissen, een potje kubb, de toerist uithangen etc. i.p.v. vaak ‘nee’ moeten zeggen tegen de kinderen, kon ik nu van alles met ze doen. Ook dankzij Alfred natuurlijk, die me veel uit handen heeft genomen.
Weg van huis word ik minder geconfronteerd met mijn beperkingen en de kanker. Net als ieder ander die op vakantie gaat, is het lekker om er even tussenuit te zijn. Als je wat meer zorgen hebt, is het nóg fijner. Dat durf ik nu wel te zeggen. Met een hart onder de riem van de campingburen (het klavertje vier, gevonden door hun op de camping) , kijken we dik tevreden terug op deze vakantie!