De rustweek viel toch een beetje tegen. ‘Die is er niet voor niks’, zei verschillend zorgpersoneel al licht waarschuwend tegen me. Natuurlijk was het heel fijn om even geen chemo te krijgen. Dat merkte ik heus wel. Maar dankzij de dexa voelde ik me de eerste dagen evengoed knap chagrijnig. Bovendien trilden mijn handen en benen continue en voelden mijn spieren zwak. Daardoor kon ik niet uit de voeten zoals ik had gehoopt. En gewild. Desondanks probeerden we, toen het chagrijn wat minder werd, wel het beste eruit te halen en te genieten van het nazomerweer. Ik had het weekend dan ook geblokt voor onszelf. Geen vaste plannen maar kijken wat de dag zou brengen en doen waar we zelf zin in hadden.
Zaterdagmiddag ben ik met Alfred wezen varen. Even eruit, even rust om me heen, maar ook even een andere omgeving. Heeft ons goed gedaan, die paar uurtjes met zijn tweeën. Want die zijn er nu bijna niet. Zondagmiddag wilde ik wat doen met de kinderen. Ergens naar binnen durf ik niet aan, en ergens wandelen kennen ze nu wel 😉. Daarom een ijsje buiten op een terras. Een eindje verderop. Hadden ze wel verdiend. En ik ook. We zijn alleen wéér vergeten een bak suikervrije mee naar huis te nemen….
Op dinsdag waren de trillingen en spierzwakte weg waardoor ik beter kon trainen bij de fysio. Om moedeloos van te worden, trainen terwijl je weet dat het weer minder wordt. Maar het gaat uiteindelijk om het effect voor láter, voor de revalidatie na alle behandelingen. Dat maar goed voor ogen houden.
Woensdag was de dag dat ik me weer mezelf voelde. En dat resulteerde in wat enthousiast gedrag. Daardoor was ik óp aan het einde van de dag. Op met een tevreden glimlach.
Nu zit er weer een nieuwe ronde chemo in. Ik vind het pittig, deze dagen. Maar morgen, morgen voel ik me waarschijnlijk weer wat beter.