Heerlijk vind ik het, om ‘deel 2’ op te schrijven. Ik voel een Brigitte Kaandorp momentje opkomen maar ik zal mezelf die vernedering besparen. En het is niet eerlijk om alles enorm uit het verband te gaan trekken nu we 3,5 uur huishoudelijke hulp hebben gekregen! Na wat papierwerk en heen en weer gemail, is gisteren de thuiszorg medewerkster begonnen. Toen ze bezig was realiseerde ik me dat ik het heel normaal vond dat ze er was. Dit had een jaar geleden moeten gebeuren, toen Alfred voor het eerst belde. ‘Oké meneer, we begrijpen het, volgende week staat er iemand op de stoep.’ En zo moet het overal zijn, voor iedereen die aanklopt voor hulp. Mantelzorg blijft evengoed bestaan en nodig. Externe hulp is namelijk een stukje ontzorgen, voor de hulpvragers én de mantelzorgers. Goed, ik had de vorige keer dit punt al gemaakt natuurlijk, nog even en ik heb een verkiezingsprogramma
Maar dan zitten we nog met de ochtenden. Het wmo stuurde ons daarvoor door naar het cjg (centrum voor jeugd en gezin). Nee, dat kon het wmo niet voor ons doen, ondanks het verslag van onze situatie. Dus zaten we vorige week maandag bij het inloopspreekuur aldaar. De eerste reactie was dat het wmo verantwoordelijk was voor een pgb voor mij en niet zij. Deze vrouw snapte gelukkig het kastje naar de muur principe. Na ruim een kwartier stonden we buiten met de mededeling dat we zo snel mogelijk zouden horen. Anders dan het dik een uur durende gesprek met de gemeente. Diezelfde dag kregen we een mail. Het cjg gaat een pgb voor ons aanvragen. Echter niet op mij, maar op Rowan. Omdat hij hoogbegaafd is. Met een prachtige hulpvraag formulering. Wauw. Wil ik dit wel, was mijn eerste gedachte. Stijn wordt niet genoemd. Wordt zo ons probleem het probleem van Rowan? Maar we gaan ervoor, kan het niet rechtsom, dan maar linksom. Wordt vervolgd….