’s Ochtends de beenmergpunctie en ’s middags de officiĆ«le diagnose en het behandelplan.
Het is overduidelijk, multipel myeloom, de nieuwe benaming voor de ziekte van Kahler. Vrijdag krijg ik de eerste chemokuur in de vorm van een injectie. Ook krijg ik een botversterkend middel via een infuus. Deze ga ik voorlopig elke vier weken krijgen. Het eerste deel van een behandelplan van ongeveer 9 maanden gaat starten met een serie van vier chemokuren. Twee weken chemo op maandag en vrijdag, bijna drie weken niet, dan weer een botversterker en weer een serie van twee weken chemo etc. Twee dagen voor elke injectie wordt er bloedonderzoek gedaan. Als de waardes stevig genoeg zijn, kan ik de chemo krijgen, anders niet. Ik krijg een stapel pillen mee, zo’n 20 per dag en instructies voor gezonde voeding en stricte hygiĆ«ne.
We lichten onze familie in, hoewel we hen de vorige dag al verteld hadden van het bezoek van de arts. En dan het ergste. We gaan het de kinderen vertellen. Ze schrikken. ‘Kanker is toch die ziekte waar je dood van gaat?’ zegt Stijn. Inderdaad. Maar voorlopig niet. Mama krijgt medicijnen die gaan vechten om de kankercellen weg te halen. Daarvan wordt mama moe en een beetje ziek. Maar als dat helpt om de kankercellen weg te krijgen is dat goed. Dan ga ik voorlopig nog niet dood. Een hoop om te verwerken.