Wilskracht

Wilskracht

Onze vakantie zit er weer op. En wat voor één. We hebben het er weer van genomen hoor. Alfred is zes weken vrij en dat gaf de gelegenheid om wat langer weg te gaan. Wederom een rondreis, maar dan met een lang verblijf overal. Onderweg naar Hongarije hadden we een tussenstop bij Praag. Zodat we die mooie stad konden bezoeken. De week Hongarije was bij het Balatonmeer. Op loopafstand van het water. En gezien de dagelijkse temperaturen kwam dat mooi uit. Ik had ingestemd om geen vol reisprogramma te maken. De heren wilden rust. Maar Boedapest konden we niet overslaan natuurlijk ;). Vervolgens ging de reis naar Kroatië. Een stadje in de buurt van waar Alfred en ik twintig jaar geleden waren. We zitten tegenwoordig nogal eens in de nostalgie. Het hotel waar we toen verbleven was indertijd vergane glorie. Wij vonden het prachtig. Het uitzicht vanaf ons balkon onbetaalbaar. Voor een habbekrats. Want Kroatië was toen nog niet zo ontdekt. We hebben het hotel weer opgezocht. Het is opgeknapt. En het plaatsje is enorm toeristisch geworden. Maar hé, we zijn ook twintig jaar verder hè? Hoe mooi is het om daar te zijn met onze jongens? Helemaal nu. De dankbaarheid is groot. Terwijl Alfred met Rowan de wandeltocht maakt die ik (frustratie) niet meer kan maken, ga ik met Stijn een boottocht doen. Genieten van wat wél kan. En dat was het. Genieten.
Vervolgens zijn we nog een week in Oostenrijk geweest. In de voor ons vertrouwde regio. ‘Zet mij met koffie en een boek op het balkon en ik ben tevreden’, roep ik dan. Dat is ook zo. Maar toch begon het te knagen. Door de warmte van Hongarije en Kroatië paste iedereen zich onbewust aan aan mijn dagelijkse tempo. Rustig aan. Niet teveel op een dag doen. Doseren. Ik functioneerde ook prima met die temperaturen. Veel minder last van mijn botten en spieren. In Oostenrijk begon het echter weer te kriebelen. Het was daar een stuk koeler. En in het begin wat regen. Hallo rugpijn! Maar iedereen werd actiever, ik wilde dat óók! Houd zo van wandelen. Op een mooie dag gingen we de bergen in. Een wandelpad bekend vanuit mijn jeugd lopen. Ik zou wel zien hoe ver ik kwam. De weg heen is ook de weg terug. Lekker veilig. Proviand mee. Noem het koppigheid, maar toen het bord kwam dat het nog 45 minuten was naar de eerste uitbaterij, wilde ik daar gewoon naar toe. Fysiek was ik al een grens over. Twee dagen bijkomen stond al in mijn hoofd geprent. Nu ben ik er. Nu kan het. Na een kwartiertje klimmen was het weer tijd voor een bankje. Een lange stop. Eten. Lukt dat half uur nog? Gekkenwerk eigenlijk. Terug zou ik wel zien. Desnoods met een taxi. Drie paar ogen keken mee aan. Zwijgend. Ze weten het ondertussen wel. Als ze wil dan gaat ze. We gingen door. De euforie die ik voelde toen ik daar de bekende opening tussen de bergen zag! Noem het zweverig. Emotioneel. Overdreven. In gezonde toestand misschien. Dan had ik er niet op die manier bij stilgestaan. Waren we waarschijnlijk ook nog een deurtje verder gegaan. Maar nu is het anders. Ook Alfred benoemde het. ‘Als je straks weer in behandeling bent, neem je dit mooi mee.’ Herinneringen. Nu is nu. Prachtig vond ik het. Ik stond er gewoon weer, op eigen (wils)kracht. Deze keer samen met mijn mannen.

De volgende dag was het koffie op het balkon. Met een boek. Oké, en een potje midgetgolf. De dag erna twee uurtjes naar een museum in de buurt. En koffie op het balkon. Toen was het tijd om naar huis te gaan. Dat dagje zitten in de auto kwam mooi uit. De fysiek emmer leeg, de mentale vol. Klaar voor de volgende bloeduitslag over twee weken. Zonder medicatie op vakantie, het is gelukt!

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *