Mijn vorige blog over het rustig voortkabbelende leven stond nog niet online, of diezelfde dag begon de onrust. Met een incident waarvan ik het niet nodig vind om die hier te noemen. Klinkt altijd zo lekker geheimzinnig. Niks ernstigs, met een sisser afgelopen. De dag erop ga ik onverwachts met mijn ouders naar het ziekenhuis. De vrouw van 94, die al voor mijn geboorte bij ons gezin betrokken is, ligt onverwachts op sterven. Diezelfde avond overlijd ze in het bijzijn van mijn ouders. De volgende dag vertrekken wij naar Parijs. De zorgvuldig gekozen rustdagen voor die trip zijn in het water gevallen. Het vreugdevolle vooruitzicht heeft een randje gekregen. Maar toch staan we een dag later in de middag onder de Eiffeltoren.
Parijs! Als ík even geen levenshaast heb, heeft Alfred ‘m wel. Het was zijn idee. Omdat we 25 jaar verkering hadden. En aangezien eropuit gaan één van mijn grootste hobby’s is, vat ik de koe bij de horens en boek zo’n twee weken voor de herfstvakantie ons tripje. Wat een zaligheid dat we die mogelijkheid hebben. De dag voor vertrek open ik de eerste bloeduitslagen. Alle reguliere uitslagen staan online en zijn prima. Mooi. We gaan ervoor. In de drukte van de stad en door het genieten van de jongens, vergeet ik even thuis, mijn lijf, mijn ziekte. Wat een feestje om de kinderen deze stad voor het eerst te laten beleven! Die avond krijg ik een melding op mijn telefoon. Er zijn uitslagen bekend. Dat moet wel het m-proteïne zijn. Vóór deze trip vertelde ik stoer aan een mede kankercollega dat ik de uitslagen al bekijk voordat ik naar de arts ga. Zij nooit. En vele met haar. Maar ik wil weten. Ik heb twee maanden geleden echter ook aan Alfred beloofd dat als ik het weet, hij het ook weet. Nadat ik toen een paar dagen had gewacht met vertellen. Ik wil het nu echter niet vertellen. Ik wil het niet. Dus swipe ik de melding weg. Voor het eerst. Nu even niet. Vandaag is vandaag. En we zijn een paar dagen weg. We zijn ontspannen. Genieten. Dág kanker. Je wacht maar even.
De derde dag komen we in de avond thuis. ’s Ochtends sta ik bij Centre Pompidou, ’s avonds open ik de uitslag. Ik wil weten. Het m-proteïne is gestegen van 15 naar 19.
De arts en ik zijn het erover eens. We gaan behandelen. Na de feestdagen. Dus in januari. Half december nog wel een controle. Mocht het toch de pan uit rijzen dan starten we eerder. Twee keer in de week daratumumab per injectie (immunotherapie), dexamethason, lenalidomide en uiteraard de nodige antibiotica. In een half jaar tijd wordt deze kuur afgebouwd naar een maandelijks onderhoud. De bijwerkingen vallen veelal mee t.o.v. de chemo die ik al heb gehad. We gaan het ervaren. Maar niet vandaag.
De dag na het artsenbezoek fiets ik langs het water naar de stad. Wat is er veel gebeurd in ruim een week. En toch fiets ik hier maar mooi. De wereld prachtig verstild door de mist. Ik voel me ook verstild. Rustig. Niet eens verdrietig. Of emotioneel. Als ik stop om foto’s te maken, de tijd neem om ervan te genieten, komt een lied van Kinga Bán bij me boven.
Vandaag.
Het is vandaag, dat is alles wat je hebt.
Morgen komt later en gisteren is alweer weg.
Dit is vandaag, met z’n vreugde en zijn pijn
en je hoeft maar één ding te doen. Dat is: er zijn.