Een dag na de uitslag van vorige week ben ik bij de sreeningsconsulente geweest. Zij helpt mensen die klaar zijn met de behandelingen verder. N.a.v. het gesprek ga ik nu naar fysiotherapie. Het wordt een intensieve periode maar wel fijn opbouwend. Twee keer per week naar de praktijk en drie keer per dag oefeningen doen. Ik ben blij dat ik ergens mijn tanden in kan zetten. Verder ga ik een aantal gesprekken krijgen met een psycholoog. Ik sta nog overeind maar wil dat ook blijven. De tijd die nu volgt is gek. Ik ben herstellende maar blijf toch ziek. En dan nog de spanning -angst-; wanneer komt het weer terug?
Om het herstel zo vlot en goed mogelijk te laten verlopen is een vaste structuur belangrijk. Ik blijf vermoeid en merk dat regelmaat zorgt voor een goede energie verdeling. Best gek dat je dagen gevuld kunnen zijn terwijl je voor je gevoel niks doet. Gelukkig kan ik wel steeds meer aan. Bezoek ontvangen, mee naar de stad, zelf naar fysio, samen de jongens naar bed brengen etc. En wat een fantastisch moment dat de jongens na de eerste keer weer voorlezen, de volgende avond hoopvol vragen: ‘Mama, kom jij weer voorlezen?’ En dat ik nu gewoon kan zeggen: ‘Ja, leuk!’