Je krijgt echt nog wel een feestje, beloofde ik Stijn toen hij jarig was in april. Binnenkort is Rowan jarig, de maatregelen worden versoepeld en dat leek mij een goed moment om mijn belofte waar te maken. Dat het minder ‘groot’ werd dan in eerste instantie mijn bedoeling was, begrepen de jongens wel. En dat we meteen de verjaardagen van onszelf er ook maar bij vierden ook. Aankomend weekend zou de ene dag mijn ouders met zus en aanhang komen en de andere dag Alfreds moeder met broer en aanhang. Door de weersvoorspellingen besloten we het echter een week te vervroegen. Want binnen vieren is nog geen optie. Dus alle voorbereidingen in de stroomversnelling en knallen!
Wat waren ze jarig, met zijn tweeën. Er moest evengoed een marsepeintaart komen. Deze keer door henzelf gedecoreerd. En ze mochten zelf versiering kopen. Daar kwamen ze hoor, heel bescheiden met cijferballonnen en cijferkaarsjes. Er werd gezongen, de kaarsjes uitgeblazen, cadeautjes uitgepakt. Keurig op afstand. Heerlijk vond ik het, om iedereen weer even ouderwets om ons heen te hebben. De neefjes weer te zien, die opgetogen door de tuin zwierven.
Maar ja, die afstand. Die vervaagde gaandeweg de middag. Ik werd er naar van, dat ik de controle over de situatie verloor . Alfred had me van te voren gewaarschuwd dat ik niet te paranoïde moest doen. En omdat ik er zelf maar niet over uit kom hoe ik me moet gedragen in privégezelschappen, hield ik maar mijn mond. Op één opmerking na. Die schoot even in het verkeerde keelgat bij Alfred en toen wist ik helemaal niet meer. Alle frustratie en onzekerheid borrelde bij me op. Lekkere timing. Ik uitte het door ook maar lak te hebben aan de afstand. Zo. Lekker pûh. Lekker kinderachtig vooral.
Dus lag ik ’s avonds in bed te huilen. Ik vond mezelf zo stom. Waarom? Ik kreeg het allemaal niet op een rijtje. Alfred wel. Die zei ‘je denkt teveel na, ontspan een beetje.’
Na een slechte nacht was het tijd voor verjaardagsfeest deel 2. De andere kant van de familie. Een feestje met een klein rouwrandje. Het randje van gemis. Van een jaar verder zijn. Voor de kinderen een ontspannen feestje. Nichtjes die niet weg te slaan waren bij het zwembad. Twee jarigen die lachend de kaarsjes uitbliezen op de overgebleven taart. Gaandeweg de middag vervaagde de afstand. Maar ook voor mij bleef het een ontspannen feestje. Het was goed zo. En de dag ervoor ook. Ik slaap beter en loop in gedachten de polonaise, omdat de kinderen lekker kind konden zijn.
Als ik de volgende ochtend voor de tweede keer in twee dagen alles sop en alle handdoeken in de was doe (ja, ja, een beetje loslaten is goed maar teveel niet 🤪) vragen de jongens of de rest van de familie en vrienden toch ook nog een keer kunnen komen. Want het was zo leuk om iedereen weer te zien. Ik kreeg er een warm gevoel van, daar doen we het voor! Dus het kan. Buiten. Eén gezin tegelijk. Op de koffie. Vind ik toch wat overzichtelijker op het moment. Die polonaise loop ik liever nog even alleen.