“Weet je wat ik heb gedaan, me opgegeven voor de halve marathon.” Het is najaar 2019. En niet mijn uitspraak. Wel die van Alfred. Hij wilde het een keer gedaan hebben. Eind februari 2020 rent hij een rondje door Central Park in New York. Voor het idee. Misschien nog wel mooier dan die marathon. Ik ga een weekend naar New York en neem mee… mijn hardloopoutfit. Kan ook alleen hij bedenken. Een paar weken later gaat het feest niet door. Covid.
Elk jaar lopen de routes van twee afstanden van dit plaatselijke evenement langs ons huis. En bijna elk jaar ga ik wel even zitten kijken. Bewonderingswaardig vind ik het. De eerste ronde lopen er veel. De 10 km en de halve marathon tegelijk. De meesten ogen energiek. De tweede ronde is het rustiger. Die van de 10 km liggen al op de bank. De halve gaan nog even door. Ons huis is zo’n 2,5 km voor de finish. Sommigen lopen. Sommigen zijn allang over de finish. Sommigen lijken nog best fit. Anderen strompelen. Frisse blikken. Uitgeputte hoofden. Maar wel doorgaan.
De afgelopen maanden mochten we thuis getuige zijn van de ongedisciplineerde opbouw richting de 21,1 km lange hardloopwedstrijd. Mountainbiken, zwemmen, rennen, rust. Die sportieve echtgenoot van mij ging meedoen. Op de dag af was het stralend weer. De sneeuw net op tijd weggesmolten. Een gezellig clubje kwam om aan te moedigen. Van zijn eigen motto maar even snel een spandoek gemaakt. Gang is alles. De eerste ronde komt hij lachend langs. Voor het mooie gaat hij iets te hard, zegt hij nog. De tweede ronde zijn er meer mensen om aan te moedigen. De gang raakt er wat uit. Eentje gaat glimlachend van wandel naar looppas, als we joelen dat gang alles is. Alfred komt juichend langs. Had ‘ie niet moeten doen, zegt hij later. Het bloed trok weg uit zijn hoofd. Maar hij houdt vol en komt met 1 uur en 46 minuten over de finish. “Als ik niet…. dan was ik nog nét iets sneller geweest.” Dat fanatieke hoort erbij natuurlijk.
’s Avonds hebben we verjaardag. We gaan op tijd terug. Alles voelt zwaar, geeft Alfred aan. Of ik dat ken. Zéker ken ik dat. Het dagje Scheveningen van pas, was voor mij een halve marathon. Hij vraagt of ik dat nou niet lastig vind, dat ik dit niet zou kunnen doen. Ik schiet in de lach. Niet alles vergelijk ik met wat nu moeite kost. Hardloopambities heb ik nooit gehad. Halve marathon ideeën al helemáál niet. Doorgaan en afzien ken ik wel. Grenzen verleggen. Zijn motto geldt ook voor mij. Gang is alles! Want zoals een onbekende hardloper antwoorde op onze vlag: “Remmen is angst!”
Laat mij maar aanmoedigen. Ieder zijn ding. Met veel plezier zit ik volgend jaar weer op de eerste rij. Grote kans dat Alfred dan bij mij aansluit. Haal ik een bakje koffie voor hem. Of zal hij toch….?