Gisteren had ik weer een controle bij de arts in het ziekenhuis. Op de een of andere manier was dit een van de spannendste uitslagen. Want vanaf nu is elke controle een ticket naar twee maanden opluchting of naar een angstige tijd. En zeker de afgelopen week beheerst zo’n naderende uitslag toch een beetje je leven. Met kloppend hart lopen we de spreekkamer in, met een schild voor ons om een eventuele klap op te vangen. Klinkt dramatisch, maar zo voelt het. Hoe hard je ook probeert om positief te blijven. De arts valt met de deur in huis. Draait meteen het computerscherm naar ons toe en zegt: ‘Ik laat jullie meteen de cijfers zien, voordat ik vraag hoe het gaat, want ik denk dat jullie hier heel blij van worden.’ En daar staat het. De kankerwaardes zijn gezakt van 5 naar 2!!! We zijn verbijsterd en huilen. Hoe kan dit? Dit hadden we niet aan zien komen! Nawerking van de chemo, de ziekte is grillig. Als we weggaan voel ik me in de wolken. ’s Middags haal ik taart. Als Alfred ’s avonds thuis komt heeft hij ook taart bij zich, en bloemen Onze dag kan niet meer stuk. We kunnen weer twee maanden vooruit.
Ik moet lachen om de jongens. Zij weten niks van de controles, zoals al eerder gezegd ben ik voor hen beter. Ze vragen niet waarom we taart hebben maar genieten mee. Spanning is te voelen, opluchting ook. En dat is denk ik genoeg.