“Daar moet je een blog over schrijven”, zegt een vriendin als ik midden in een verhaal, wat ik eigenlijk helemaal niet wilde vertellen, de draad kwijt ben. En dat nadat ik eerder in het gesprek ook al haperde, ergens totaal niet op kon komen. Blanco hersenen. Op dat moment denk en zeg ik dat ik dat chemobrein nu toch wel vaak genoeg benoemd heb in het blog. Het gekke is dat ik op dit moment ook geen chemo krijg, maar immunotherapie. Wel een chemopil, de lenalidomide. Een chemobrein kan je je hele leven blijven achtervolgen en speelt uiteraard meer op als je vermoeid bent. En laat ik dat nou vooral zijn. Vermoeid.
Het is dezelfde vriendin die appt of alles oké is. Ik ben namelijk laat met mijn blog. Kijk, ook een manier om iemand een beetje in de gaten te houden. Ontzettend lief en alert!
Er zijn verschillende onderwerpen die in mijn hoofd zitten om over te schrijven maar het komt er gewoon niet van. Teveel andere prikkels. En als ik bedenk wát die prikkels zijn, dan zijn het eigenlijk alleen maar leuke beslommeringen. Is het ook helemaal niet veel. Echter wel voor mij. Mijn brein wordt de vermoeidheid en de prikkels steeds meer een wattenhoofd. Het houdt elkaar in stand. Daardoor vergeet ik de gekste dingen, mis hele zinnen in een bericht, trek verhalen en berichtjes uit hun verband omdat mijn hoofd van enkele steekwoorden een ander verhaal maakt. Op zich zou het wel grappig zijn om dat eens letterlijk op te schrijven. Eén op één gesprekken gaan over het algemeen goed, maar op een gegeven moment hoor ik de ander gewoon niet meer. Als Alfred over zijn werk verteld, merk ik soms halverwege dat ik de inleiding totaal heb gemist. Terwijl ik wel geïnteresseerd ben. Soms maak ik ook een opmerking die kant nog wal slaat. Word ik hier op aangesproken dan probeer ik het uit te leggen. Zonder succes overigens, want hoe leg je uit dat je opmerking nergens op sloeg, dat je brein een totaal eigen leven kan leiden? De oplossing heb ik ondertussen gevonden. Niet. Gewoon niet. Ik leg niks meer uit. Zeg geen sorry meer. Dit is het even voor nu. Trek maar aan de bel, help me herinneringen, lach met me mee. Hoe ouder hoe wijzer. Tenminste, mocht ik weer terugvallen in de verdediging, wijs me hier dan even op 😉
Ondertussen ben ik bezig met cyclus zes, de laatste van het eerste half jaar behandelen. Omdat de neuropathie met grote sprongen toenam, en niet afnam in de rustweek ervan, neem ik die pil deze cyclus niet meer. De ergste kramp is nu uit mijn voeten en handen maar ik word nog wel wakker van de tintelingen, het opgezwollen gevoel en de lichte beursheid. Zonde! Voordeel is wel dat ik mentaal wat opknap en de sluier van downheid langzaam verdwijnt. Scheelt een hoop energie. De dexamethason neemt echter steeds meer ruimte in waardoor het lontje korter blijft en er altijd een soort van onrust in mijn hoofd is. Hierbij dan toch nog een verklaring van het wattenhoofd. Slaaptekort en onrust.
Dit is de ene kant van mijn leven. De andere kant is een fit gezin die vrolijk doorgaat. Met verjaardagen, werken, sport, examen, examenreis, vakantie etc. Ik geniet er volop van, het vreet echter ook energie. Het voelt als een dubbelleven. Enerzijds een kankerbehandeling ondergaan, anderzijds aansluiten bij de orde van de dag. Had ik dat laatste niet, dan zou het leven niet zo goed gaan. Had ik die eerste niet, dan zou het leven een stuk fijner en vanzelfsprekender gaan.
Maar zoals ik altijd zeg, in je bed liggen kan altijd nog! De keus die ik heb is meegaan in het leven tot zover het lukt. En vaak nog altijd iets meer dan dat. Hardleers heet dat. Daar haal ik mijn schouders voor op. Dit dubbelleven wordt in ieder geval gelééfd!