De eerste dag van de tweede sessie chemo is een feit. Vanmorgen gestart met de vier-wekelijkse botversterker. Deze krijg ik gedurende twee jaar elke vier weken. Hiervoor moet ik anderhalf uur aan een infuus.
De bloeduitslagen van woensdag waren goed, dus ook weer gestart met een chemoinjectie. Deze gaat in mijn buik. Is licht gevoelig, duurt ongeveer een halve minuut. Onvoorstelbaar dat zo’n klein spuitje zoveel teweeg kan brengen. Voordat de injectie gezet wordt, wordt hij in mijn bijzijn gecontroleerd door twee verpleegkundigen. Zij vragen mijn geboortedatum en hardop benoemen ze de gegevens op het papier en op de injectie. Als alles klopt, gaat de ene verpleegster weer weg en de andere spuit met handschoenen aan de vloeistof langzaam in mijn buik. En als het niet klopt? Dan zal ik waarschijnlijk moeten wachten totdat ze een nieuw goedje gemixt hebben…
Omdat ik nu een botversterker krijg, lig ik in een speciale chemokamer op bed. Met nog drie andere mensen die in hetzelfde schuitje zitten. We praten wat en ondanks dat we elkaar niet kennen, hebben we in deze situatie meer gemeen dan dat we zouden willen.
Ik voel het onvermijdelijke effect van de chemo. Moe en duizelig. Gelukkig kan ik mijn hoofd achterover leggen. Thuis kruip ik mijn bed in, wat erg fijn is. Ik kom eruit voor het eten maar verder houd ik het voor gezien. Rowan verleidt me tot een potje dammen op de ipad. Hij past zich moeiteloos aan. Ipad op mijn schoot en hij languit op bed om erbij te kunnen. Tot mijn verbazing kom ik, ondanks de morfine én de chemo, op een dikke voorsprong met drie dammen. Dat hij alsnog wint, kan ik deze keer mooi op bovenstaande bijwerkingen schuiven 😉