Zo, de maand die wat beladen zou zijn is achter de rug. En niet zozeer beladen om mij, maar om het gemis van mijn schoonvader. Sinterklaas, zijn verjaardag, kerst en oud en nieuw. Allemaal eerste keren zonder. We zijn niet de enige die hier mee te maken krijgen. Het zal ook niet de laatste keer zijn. Toch moeten we er wel even mee dealen. En ik merk dat dat voor mijn echtgenoot wel wat pittig is. Juist omdat hij het verdriet van zijn moeder hoort. Zijn eigen verdriet heeft. Zijn zorgen om mij. Opluchting omdat ik wel overal bij kan zijn. Nog wel. Op het moment dat dat ‘nog wel’ omhoog piept, drukken we dat beiden weer weg. Zo willen we namelijk niet leven. En dat doen we ook niet. We hebben echt fijne dagen gehad met de familie en met elkaar. Zijn een nachtje weggeweest met de kinderen. Samen een dagje sauna. Het helpt echter wel dat het nu weer gewoon januari is.
Een nieuw jaar. En ik kijk ernaar uit. Vastberaden om de medische wereld een stunt te laten zien. Plannen hebben we genoeg, zoals altijd. Maar een zomervakantie boeken we nog maar even niet. Onder het mom van ‘we gaan last-minute kijken wat het weer doet’. Om vervolgens een fantastische zomer te hebben!
Zover zijn we nog niet en ik wil graag afsluiten met een stukje uit mijn eerste blog van vorig jaar. De wens is uitgekomen en opnieuw uitgesproken;
(..)alle waardes wederom stabiel zijn gebleven! We kunnen dus weer even door. Terug naar de mentale rust, de hoop. De hoop dat we 1 januari 2020 weer gewoon buiten proosten met de buren. Zoals de buurman zei: ‘Dat het maar net zo’n jaar mag worden als afgelopen jaar en we volgend weer gewoon hier buiten staan, zoals nu.’