Een aantal jaar geleden had ik met Alfred een rondje stad gedaan, toen we bij de telefoonwinkel kwamen om de batterij van mijn mobiel te laten vervangen. Een uur wachttijd. Alfred had geen zin om daar op te wachten, ik had geen zin om heen en weer naar huis te gaan. Dus gingen we ieder ons gang. Maar aangezien ik al even had gelopen was het tijd om te gaan zitten. Ik besloot om koffie te gaan drinken bij de Hema. Het terras kijkt uit over het stadspark. Mijn eerste keer alleen op een terras. Voor veel mensen misschien niet zo gek, ik moest mezelf er wel toe zetten. Maar toen ik eenmaal zat, vond ik het wel verfrissend. Zo lekker met mezelf en een koffietje. In de jaren hierna heb ik het niet vaak meer gedaan. Ons huis met de fijne zitbank zijn dan ook maar een kwartier fietsen van de stad. Wel bezocht ik af en toe een tentoonstelling in het stadsmuseum. Alleen. Het museum is maar klein dus dat half uurtje naar binnen wippen is zo gepiept.
Mijn hoofd zit de laatste tijd een beetje vol. Onrust om de stijgende kankerwaardes, onzekerheid over de volgende behandeling. Verdrietig om m’n vriendin, die ik twee weken geleden bezocht in het hospice. En een paar dagen later weer zag omdat ze toch nog even een kerstkaarten verkoop hield. Kaarten die ze zelf had getekend. Ik zag oud-collega’s weer. We spraken, waarschijnlijk voor de laatste keer, Annelies. Zij zittend in een rolstoel. Wij gezond, want zo voelde ik me in vergelijking met haar, om haar heen. In de auto terug hadden we het over een jonge collega die onlangs overleden is. Gezond toen ik ziek werd, en ik loop nog rond. Ik vind het leven soms best lastig.
De week na die bezoeken had ik zomaar een vrijwel lege week. Er was een tentoonstelling, een goed half uur rijden verderop, die ik graag wilde zien. En ik besloot daar heen te gaan. Op woensdagochtend. Want dat kwam qua energie het beste uit dacht ik. Ik vroeg op de valreep toch nog wat vriendinnen maar die konden niet. Hoewel ik ze graag zie, vond ik het nu niet zo erg. Ik had eigenlijk wel even genoeg aan mezelf. Geen zin om energie te stoppen in een nieuwe planning. Dus toog ik richting paleis. Twee minuten na openingstijd kwam ik aan. Het was enorm rustig. Op mijn dooie akkertje struinde ik langs de koninklijke jurken en de nieuwere couture. Stond stil waar ik stil wilde staan. Liep door waar ik door wilde lopen. Na de tentoonstelling deed ik toch ook maar een rondje paleis. Traditiegetrouw ging ik daar bijna elk jaar heen met mijn ouders. Omdat het zo bekend is, deed ik er wat sneller over dan de gemiddelde bezoeker. Ik wilde mezelf ook niet vermoeien met te lang staan. Tot slot een koffie in het restaurant. Bij het raam. Waar ik de stroom aan bezoekers bekeek. Heerlijk dat ik die gemist had. Want geluid en drukte kost energie. Terug naar de auto kon ik het pendelbusje nemen maar ik besloot over het laantje te lopen. Eenmaal thuis zou ik toch mijn bed induiken. Gevoelig voor snuisterijen kocht ik bij de uitgang tóch een kersthanger voor in de boom. Een herinnering aan dit goed bevallen uitje met mezelf. Er was weer wat meer ruimte in mijn hoofd.
Goed dat je gewoon gaat! Zeiden mijn vriendinnen. En ook Alfred vond het een goed idee van mezelf. Vroeg of ik wel even was gaan zitten voor koffie. Alleen is niet altijd echt alleen. Zolang je maar fijne mensen om je heen hebt. Voor het nieuwe jaar dan toch een goed voornemen. Er vaker alleen op uit. Want ik vind mezelf prima gezelschap 😉