Archive : januari

Clubje

De laatste maanden worden we om de oren geslagen met kankerdiagnoses. Het brengt me een beetje van mijn stuk. Het zijn ook niet de minste ziekte uitingen, het is meteen heftig. Een heftig stadium en/of een heftige behandeling.
Via de coach ben ik in contact gekomen met iemand met dezelfde diagnose als ik. Ze komt uit de omgeving, heeft behoefte aan (h)erkenning. We appen eerst even en er komt een vloedgolf aan vragen. Een paar weken geleden kwam ze op de koffie. Als ik dat thuis vertel krijg ik te horen dat ik wel een eigen clubje kan beginnen. Eveliens kankerclub. Daar kan ik hard om lachen. Of het contact met deze lotgenoot blijvend is weet ik niet. Zij heeft één behandeling gehad en een ‘rustige vorm’ van multipel myeloom. De arts verwacht dat ze nu minimaal zeven jaar zonder behandeling kan. Hoewel de angst en vermoeidheid herkenbaar is, voel ik ongemak bij haar. Omdat mijn situatie toch ook weer een beetje anders is. Ik wacht rustig af of ik nog wat voor haar kan betekenen of niet.
Een week later komt een vriendin met een verse diagnose om even te sparren over wat nu. Ik snap tenslotte in wat voor wereld ze terecht komt. Omdat er tegenwoordig altijd wel iemand thuis is, laat ik dit dan ook weten. Zodat we een beetje privacy krijgen. Ze niet van hun stuk raken dat er wéér over kanker gepraat wordt. Je lijkt wel de alumni van kankerpatiënten, hoor ik even later. Als ik ‘alumni’ opzoek zie ik dat het niet helemaal het juiste woord is, maar ik snap de context. Ineens is mijn ziek zijn, mijn ervaring, mijn kankerreis weer op de voorgrond bij veel mensen. En weten ze me gelukkig te vinden. Het is fijn om er voor een ander te kunnen zijn. Zo’n kankerclubje is dan ook zo gek nog niet. Dat de vorm anders is, de behandelingen anders zijn, de bijwerkingen niet hetzelfde maakt niet uit. Je vindt elkaar. Of niet. Niet iedereen past in hetzelfde tekenclubje of wandelgroepje. En zo is het met kanker natuurlijk ook.

Vorige week was ik lunchen met twee vrouwen van het inloophuis die ik ondertussen wel vriendinnen kan noemen. Zij zijn genezen. Maar we vinden elkaar. Begonnen als kankerclubje. De verbinding blijft.

Gelukkig staan er ook niet kanker gerelateerde afspraken in de agenda. Ook dat is nodig. Net zoals de wandeling afgelopen zondag. Mijn hoofd zat toch een beetje te vol van alles. Misschien ook maar een ander clubje starten. Iets onzinnigs. Als tegenhanger. Een vakantieclubje ofzo. Vrijwilligers? 😉

Wienter

Als er ook maar iets van sneeuw wordt voorspeld, raak ik enthousiast. En hóóp dat er een enorm pak bij ons valt. Deze keer was de voorspelling dat er in de vroege ochtend van een zondag sneeuw zou liggen. Al snel zouden er buien komen en de sneeuw doen smelten. Met de weersvoorspellingen weet je het maar nooit en meestal laat ik het maar gewoon gebeuren. Nu had ik echter heel optimistisch mijn snowboots van zolder gehaald. Sowieso lekker bij eventuele gladheid. Over het algemeen ben ik vrij vroeg wakker en geniet dan van de stilte in de kamer. Zie het langzaam licht worden. Zo ook deze zondag. Als een klein kind sloop ik zachtjes naar beneden en schoof hoopvol het gordijn opzij. Ja! Sneeuw! Iets minder dan waar ik op had gehoopt, maar genoeg om van te genieten. Het was nog donker, dus eerst maar wat eten en rustig aan de koffie. Toch kwam al gauw de onrust omhoog. Straks gaat het misschien al wel regenen en dan heb ik mijn wandeling gemist. Kleren had ik de avond ervoor al klaargelegd en in de laatste schemering ging ik op pad. Heel fit voelde ik me niet, maar dat kan genegeerd worden op zijn tijd. Heerlijk die krakende sneeuw onder mijn laarzen. Enkele kinderen die het ook niet konden laten waren al een sneeuwpop aan het maken. Ik liep de wijk uit naar het instellingsterrein bij ons in de buurt. Een bos- en parkachtig terrein. Door de grijze lucht bleef het een beetje grauw maar wat was het mooi. Het liefst wandelde ik uren zo rond. Uiteindelijk was ik na zo’n drie kwartier weer thuis. Tevreden met wat kan. Ondertussen was het de laatste vijf minuten wat gaan regenen. Toch op tijd vertrokken dus. Toen ik binnen kwam was de rest van het huis nog in diepe rust. In alle stilte genoot ik met tintelende wangen na van dit cadeautje van de natuur. Op je bed liggen kan altijd nog. Wienter. Ik houd ervan.