Archive : september

Vijfentwintig

Alfred heeft liever niet dat ik over hem schrijf. Snap ik. Maar hij is toch een groot onderdeel van deze kankerreis. Héél groot, want hij reist mee. Zij aan zij. Daarom krijgt hij steeds vaker toch een klein rolletje in mijn blog. Omdat hij nou eenmaal onderdeel uitmaakt van mijn leven. Ons leven. En de daarbij behorende ups en downs.

Vorige week was het 25 jaar geleden dat we onze levensreis samen begonnen. Zeventien jaar waren we. Samen volwassen geworden. Of nou ja volwassen. We doen ons best. Onze trouwdag en verkeringsdag vieren we altijd met afhaal Chinees. Wat begon als een grap werd traditie. Tot groot genoegen van de kinderen uiteraard.
Dit jaar werd ik echter ook verrast met bloemen en ontbijt. Om kwart over zeven ’s ochtends zat Alfred klaar. Koffie, eitje, broodjes, vaatwasser uitgeruimd. Als hij iets níet is, dan is het wel een ochtendmens. Dus dit was echt een mooi gebaar. De jongens waren ook aangenaam verrast. Ik moest even slikken. Had medelijden. Waar ik niet zo mee bezig ben is de toekomst. Nu is nu. Alfred echter wel. In de weinige momenten dat hij zich echt uitspreekt, had hij laten weten dat hij deze 25 jaar extra wilde vieren. Bang dat we ons 25 jarig huwelijk niet gaan redden. Over 7 jaar. Verdrietig werd ik daar van. Van zijn angst voor de toekomst. Verdrietig voor hem. Maar ook lief. Heel lief. Het leven is voor hem natuurlijk niet altijd even makkelijk. Ik heb het wel eens eerder aangehaald. Hij fit en gezond, energiek. Ik moe, traag en beperkt. Niet zo’n lange levensverwachting. Niet meer helemaal de Evelien van 25 jaar geleden. Naast verdrietig is het ook vertederend. Liever zó samen oud worden dan helemaal niet samen. In al mijn onzekerheid door alle kankerveranderingen is dat heel fijn om te ervaren.

Donderdag was ik niet fit. Vrijdag griep. Het trekt een wissel op Alfreds gemoedstoestand. Hij staat er even alleen voor. Een voorproefje op wat komen gaat als ik weer in behandeling moet. Ik ben er wel maar toch ook weer niet. De weekendplannen vallen in het water. Gelukkig had hij zelf al een uitje staan. Zonder mij. Alfred stort zich ook op het maken van mijn pijnstiller. Een tijdrovende klus. Doet ‘ie toch maar mooi weer. Ik krabbel langzaam weer op. Probeer iets te doen. Zoals dat gaat met griep. Niks nieuws onder de horizon. Niks geks. En al helemaal niet de enige natuurlijk. We maken plannen voor aankomend weekend. Want hé, dan ben ik wel weer beter! En dan vieren we de dag, het moment. Het zijn. Doen we weer als normaal.

Toen Alfred vertelde dat hij bang was dat we het 25 jarig huwelijk niet zouden redden (ja, we weten heus wel dat dat voor niemand zeker is, er kan veel gebeuren in de tussentijd, maar mijn ziekte geeft af en toe nou eenmaal een andere lading aan het leven), heb ik hem gerustgesteld. Ik ben nog steeds van plan om 86 te worden. En hem nog láng te irriteren hier en daar. Met zijn tweeën de boel op stelten zetten. Net alsof we weer 17 zijn. Samen volwassen worden? Dat gaat ‘m evengoed niet worden… 😉

Toverna-nei

Naast dat ik nu al jaren geen eten eet met toegevoegde suikers, slik ik ook al een tijdje supplementen. Sinds vorig jaar februari is dat witte curcumine. Later heb ik daar nog resveratrol aan toegevoegd. Het zou kunnen dat die supplementen bijdragen aan de langzame activiteit van de kanker. Hier is in verschillende landen onderzoek naar gedaan en artsen van sommige Nederlandse patiënten zijn verbaasd over de stabiliteit van de ziekte na het gebruik ervan. Helaas gaat die vlieger niet voor iedereen op. Maar ik denk dat het mij heeft geholpen om de ziekte rustig te houden. Ik ben nu een jaar na het stoppen met de kankerremmende medicatie. Omdat de activiteit nu hoger is, ben ik maar weer eens gaan rondneuzen. Aan wetenschappelijk bewijs doen ze in Nederland helaas nog niet wat betreft natuurlijke middelen. Dus is het een beetje zelf speuren naar artikelen en ervaringen van anderen. Je wil toch iets doen hè? Mijn moeder kwam enige tijd geleden al met brandnetelthee aanzetten. Goed voor je bloedsomloop. Ik dronk het wel, maar niet consequent. Ik ging het nog eens nalezen en stuitte zelf op propolis. De werking daarvan, o.a. ontstekingsremmend en schimmeldodend, leek mij met mijn lage weerstand een mooie aanvulling. Van de brandnetelthee drink ik nu bijna dagelijks een halve liter. Hoe mooi zou het zijn als toevallig één van die middelen een stofje bevat die de kankergroei remt of tegen houdt? We gaan het ervaren. De wonderen zijn nou eenmaal de wereld nog niet uit. Omdat ik geen medicatie slik, ben ik zo vrij als een vogel om dit allemaal uit te proberen.

Een aantal maanden geleden sprak ik een oud-collega. We zien elkaar ongeveer één keer per jaar. Zij worstelt sinds ik haar ken met haar gezondheid. Veel werd en wordt afgedaan als stress en hormonen. Ondernemend als ze is, probeerde ze verschillende therapieën en behandelingen. Zat nooit bij de pakken neer maar je zag dat ze altijd vermoeid was. Door toeval kwam ze met één van haar kinderen bij een Nei-therapeut terecht. Een Chinese manier om de energiebanen in je lijf te meten en de eventuele blokkades weg te halen. Waardoor hoofdpijn, allergieën en andere belastingen in je lijf opgeheven kunnen worden. Het effect was verbazingwekkend. Ze onderging zelf ook een behandeling en was zo onder de indruk dat ze zelf de opleiding ging volgen. En vroeg of ik proefpersoon wilde zijn. Nieuwsgierig als ik ben, ging ik graag op haar uitnodiging in. Sceptisch was ik ook. Ik geloof echt niet in alle hocus pocus. Toen ik mijn collega zag, zag ik direct de verandering in haar gezicht. De vermoeidheid die ze uitstraalde was weg. Bizar. En mooi om te zien.
Bij Nei-therapie ga je aan de slag door middel van een vraagstelling. De kanker krijg ik niet weg natuurlijk. Daar waren we het over eens. Voorzichtig noemde ik de vermoeidheid. Ik zou me zo graag wat energieker willen voelen. Maar de vermoeidheid komt ook door de fysieke beperking. De chemo’s. De sct’s. Die haal je niet weg. Mijn collega zei dat we het gewoon gingen proberen. De toverstok kwam tevoorschijn. Een metalen stang met een magneet eraan. Daarmee werden mijn energiebanen gevoeld. Van afstand. Kleren houd je gewoon aan. Er komt geen fysiek contact bij kijken. Nog altijd ben ik verbaasd over de werking. Het ziet er allemaal vaag uit. Het klinkt ook vaag. Maar de uitkomst is dat mijn energie wel is toegenomen. Ik durfde het eerst niet te geloven. Keek het nog weekje rustig aan. Toch bleef de uitwerking hetzelfde. Ik ben nog steeds snel moe. Dat fysieke blijft. Het warrige chemobrein ook. Maar de mentale energie is toegenomen. Waar ik mezelf overal toe moest zetten, met een zucht, altijd maar oppeppen, is dat nu een stuk minder. Ik voel me lichter in mijn hoofd. Op een gezonde manier. En ben ontzettend blij met deze ervaring!

Zo blijf ik altijd hopen en zoeken. Proberen. Terwijl ik ook gewoon lekker rustig verder leef hoor. Totdat we misschien op dé toverspreuk stuiten. Hocus pocus pilatus pas… ik wou dat de kanker weg was! En in Disneyland was!