Een paar dagen voor kerst, liet een spier achter mijn schouderblad even weten dat ‘ie er zat. Ik zei ‘m gedag en daarna negeerde ik hem. Er is tenslotte wel vaker een spier, rib of wervel die even aandacht wil. In de week erna bleef de spier gezellig aanwezig. Ach, ik was tenslotte fysiek ook wat actiever met al die feestdagen.
Deze kreeg er echter plezier in om mij een beetje dwars te gaan zitten. Vooral ’s nachts. Na de kerstvakantie gaf ik hem de aandacht die hij vroeg. Ik zei het tegen de fysiotherapeut en die wist er wel raad mee. Ha, dat voelde die wel, dat zal ‘m leren! Volgens mijn behandelaar was het een spier die lang kon blijven zeuren. De dag na de behandeling deed hij dat dan ook beetje extra. Zeuren. En toen begon het in mijn hoofd ook een beetje meer te zeuren. Voor het mooie zou die spier onderhand wel even zijn gemak moeten gaan houden. Maar dat deed hij niet. De week erop pakte de fysiotherapeut het wat grondiger aan. Ik sprak mijn zorgen uit. Zij noemde dat we nu wel ‘alert’ moesten zijn. Het zat haar ook niet helemaal lekker. En dat was nog niet eerder gebeurd. Máár…. in de loop van de week werden de klachten toch iets minder. Even opluchting. Even. Want een paar dagen later liet ‘ie toch weer meer van zich horen. Die zondag bedacht ik me dat ik maandag toch even de oncologie-verpleegkundige zou bellen. Niet veel later opperde Alfred dat voorzichtig. Hij wist nog niet zo lang van de klachten. Meestal gaat het vanzelf weg en dan maakt hij zich zorgen om niks.
Als ik maandag bel, noem ik ook meteen maar de lichte druk onder mijn linker borst. Die er af en toe ook was. En soms ook niet. De verpleegkundige vraagt door om een beeld te kunnen schetsen. Misschien toch een long die niet helemaal lekker is. Aangezien ik ook wat vaker vastzittend slijm heb. En van dat ophoesten worden de spieren ook niet heel vrolijk. Ze gaat overleggen met de arts. De uitkomst weet ik eigenlijk al wel. Het wordt weer een pet-ct scan. Meteen volgende week. En of ik vandaag of morgen wil bloedprikken. Dat komt mooi uit, de volgende ochtend staat al een prikafspraak voor de reguliere controle gepland.
Morgen is het zover. Dan mag ik de vrij nieuwe scan in ons eigen ziekenhuis van binnen gaan bewonderen. Fijn dat er even grondig naar alles gekeken gaat worden. Wel jammer dat nog altijd één ellendeling het voor de hele klas kan verpesten. Als er niks aan de hand blijkt te zijn, stuur ik de spier voor straf naar bed. De rest van mijn lijf krijgt dan taart, ter compensatie van het onderzoek en de onnodige spanning.