Archive : juli

Blast from the past

Heel wat jaren geleden zag ik samen met mijn zus de film zoals genoemd in de titel van dit stukje. (Een man verblijft samen met zijn vrouw en babyzoon zo’n 30 jaar in een schuilkelder omdat hij dacht dat er een nucleaireramp zou plaatsvinden. Op een dag moet hun zoon er toch opuit om inkopen te doen en komt in de jaren ’90 voor het eerst buiten die kelder) Fantastische humor en sindsdien is die titel voor ons een aanduiding geworden voor bepaalde situaties;
Zo gingen mijn ouders met ons, toen we kind waren, wel eens winkelen in een grote plaats in de buurt. Jaren later was daar een verbouwing geweest en namen wij mijn ouders mee daarnaar toe. We parkeerden in de nieuwe parkeergarage onder het overdekte centrum en toen de lift boven was keken mijn ouders zó verbaasd, dat mijn zus en ik nagenoeg tegelijk ‘blast from the past’ riepen.

Na mijn hele chemogebeuren kwam ik voor het eerst sinds máánden weer bij het zwembad in de buurt. Daar had ik zo’n momentje. De oude supermarkt vlakbij was vervangen door een nieuwe. En ik had niks gezien van de sloop of de bouw. En dat op een plek waar ik regelmatig kwam door de zwemlessen van de kinderen. Onderweg waren er al verrassingen genoeg, veranderingen van rotondes etc. Alsof ik jaren had gemist. Alfred vond mijn verbaasde kreten hilarisch, dus riep ik zelf ‘blast from the past.’

Vorige week besloot ik om me weer te laten zien bij het winkelcentrum in de buurt. De coronabesmettingen waren(!) wat minder geworden en het moest er toch eens van komen. Dus daar ging ik. Mondkapje mee, één product om te kopen. Heel raar om na maanden weer bij de supermarkt aan te komen. Ik had uiteraard gehoord van de nieuwe procedures, maar waar het voor het winkelend publiek allemaal al heel natuurlijk was, was het voor mij nieuw. De jongen die bij de karretjes stond keek mij raar aan toen ik vroeg of ik er één mocht pakken (was ‘ie schoongemaakt?) en ik keek raar op toen ik de dranghekken binnen zag. De in- en uitgang was alleen een ingang geworden. Snel liep ik naar de koeling maar door de haast in mijn lijf duurde het even voordat ik het betreffende product gevonden had. Nu was ik meteen zo één die stond te dralen en niet opschoot, schoot het door me heen. Vlug naar de kassa. Alsof ik besprongen kon worden door iets. En waar liet ik nu die kar? Eenmaal buiten de winkel moest ik lachen om mijn eigen hysterie en besloot om ook maar meteen postzegels te halen in de naastgelegen winkel. Ah, daar stond een desinfecteerpaal. Ik drukte enthousiast met mijn handpalm op de houder en vervolgens begon de hele paal te schuiven en te wiebelen. Goed, geen stevige constructie maar blijkbaar hoefde ik alleen mijn hand erónder te houden. Melig van mijn gestuntel vertrok ik glunderend naar huis. Alsof ik een hele nieuwe wereld had ontdekt.

Binnenkort wagen we het er op om toch nog even naar een camping te gaan. Zes jaar geleden hebben we daar gekampeerd met de tent, ik ben benieuwd voor welke verrassingen we daar komen te staan…
Of het de meest verstandige beslissing is weet ik niet, maar 18 augustus mag ik me melden bij het VU en 19 augustus weer bij mijn eigen arts. Wat er daarna komt is wederom onzeker en daarom willen we toch even onze zinnen verzetten. Zoals de tekst van het prachtige kaartje dat ik kreeg zegt; we durven te dansen in de regen. Al kunnen we dat gelukkig ook nog goed in de zon! Ik neem denk ik ook even vakantie van dit blog. Al weet je nooit welk verhaal zich ineens ontvouwt….😎

Koekoek

In het bos achter onze caravan zit een koekoek. Prachtig geluid maakt ‘ie. Het toeval wil, dat ik net daarvoor het geluid van de koekoek als melding voor de inkomende berichten van mijn vader had ingesteld op mijn telefoon. Omdat hij ook kan genieten van de natuur. En de koekoeksklok liet ‘afgaan’ voor zijn kleinkinderen toen die wat jonger waren. Die koekoek kreeg vandaag ook nog een andere betekenis voor me.

De scanuitslag. Matige tot lichte activiteit te zien op verschillende plekken in mijn beenmerg. De duidelijkste activiteit in mijn borstbeen en linkersleutelbeen. Dat borstbeen is al een zwakke plek en het verbaasde me niks dat daar activiteit zit. Op sommige momenten werd het daar dusdanig gevoelig dat ik even alert werd. Zou het…. Ja dus. Ook mijn sleutelbeen voelde wel eens niet zo fijn. Maar daar ging geen alarmbel over af. Eng, vind ik deze situatie. Er hoeft nog niet behandeld te worden, daarvoor is de zichtbare activiteit te laag en zijn de bloeduitslagen te goed. De arts weet het verder even niet meer. Tenminste, wat nou écht de beste zet is nu. Het advies vanuit Utrecht vindt ze te wankel. Na een overleg met haar collega’s werd er geopperd om mij door te sturen naar het VU. Daar is een arts die zich volledig richt op multipel myeloom en dat enorm interessant vindt. Goed. Weer een onverwachte wending. 

We praten nog wat en komen erop dat de kinderen nog van niks weten. De arts knikt instemmend, het lijkt haar ook een goed idee om dat pas te doen als we zeker weten wanneer en wat voor behandeling ik krijg. Ik verzucht dat het zeker goed is dat ze het nog niet weten, want ik word er al koekoek van. Stijging, kan hard of zacht gaan. Binnen een half jaar behandelen, of nee, toch niet. Kwestie van weken, nee toch maanden. En dat heb ik niet zelf verzonnen. Het waren ook geen harde beloftes dus geen vinger naar iemand. Het is de enorme grilligheid van de ziekte. De onvoorspelbaarheid.
Het voelt dubbel. Fijn om er op tijd bij te zijn. Fijn dat we de zomervakantie min of meer kunnen overbruggen. Fijn dat ik vanmiddag met Rowan een appeltaart kon bakken. Fijn dat ik morgen weer gewoon mijn verjaardag kan vieren. Maar ik voel me toch een beetje raar. Want in de vakantie heb ik evengoed drie ziekenhuisafspraken. En tussendoor doen we alsof ons neus bloedt. Met stiekem de angst dat de haarden toch agressief gedrag gaan vertonen.

Koekoek!