WMO

WMO

Na de diagnose en het vooruitzicht van een chemotraject, was het duidelijk dat we thuis wel wat hulp konden gebruiken. We hadden tenslotte al een aantal weken aangemodderd doordat ik steeds meer pijn kreeg en minder kon. Alfred is gaan aankloppen bij de gemeente maar haakte af door het vooruitzicht van een ongeveer 10 weken durende procedure. En de berichtgeving dat er waarschijnlijk geen hulp kwam aangezien hij zelf gezond was. Door de enorme flexibiliteit van Alfreds werkgever en hulp uit onze omgeving, hebben we de rust en structuur kunnen bewaren die voor ons, maar vooral voor de kinderen, erg belangrijk was. 

Nu loopt het zorgverlof van Alfred af maar ben ik nog steeds niet in staat om ’s morgens de kinderen naar school te helpen en iets in huis te doen. Dus hebben we weer contact gezocht met WMO (wet maatschappelijke ondersteuning). Door verhalen van anderen was ik al een beetje sceptisch en de toegestuurde folder met vragenlijst versterkte dat. Alleen maar foto’s met vrolijke senioren. En de nadrukkelijke tekst dat er gekeken zou worden wat je toch zelf zou kunnen, of je omgeving. Na twee weken was daar de dag dat de consulente kwam. Onze vraag was helder. Huishoudelijke hulp en PGB (persoonsgebonden budget) zodat Alfred uren kon inkopen om voorlopig de ochtenden nog even op te vangen. Haar boodschap was ook helder. Alfred is gezond dus geen rechten. Of hij moet er doorheen zitten. Dan kan hij gekeurd worden door een arts en dan komt er eventueel hulp. Met een eigen bijdrage gebaseerd op ons inkomen van twee jaar geleden. Daarnaast werden er opties gegeven om meer mantelzorg in te zetten. Terwijl we die mantelzorgers juist willen ontlasten. We hebben toch laten zien dat we het afgelopen jaar het allemaal zelf geregeld hebben? We vragen toch niet voor niets om hulp? Moet Alfred er dan eerst doorheen zitten? En vervolgens de kinderen? Want ze vroeg ook nog wat de jongens ’s morgens zelf zouden kunnen doen. Terwijl hun moeder op bed ligt en hun vader naar het werk is. Ze zijn 6 en 9. ‘Hebben sturing nodig’, werd er geconcludeerd. Ik snap de zorg van tegenwoordig niet meer. Na ruim een uur is de vrouw gegaan. Ze zou onze situatie bespreken met een collega. We horen nog. Wat een baan!

Maandag was mijn laatste bezoek aan de psycholoog. We bespreken dat ik wel wat meer voor mezelf mag opkomen zonder bang te zijn een zeur gevonden te worden. Ik vertel over het gesprek met WMO en dat ik niks achter heb gehouden. De psychologe geeft aan dat ze het zorgelijk vindt dat er geen vanzelfsprekende zorg is voor gezinnen en dat ze dit verhaal meeneemt in het teamoverleg. Gelukkig, we zijn toch niet gek.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *