Binnenkort mag ik me aanmelden bij het UWV om een afkeuringstraject in te gaan. Dat werken niet gaat is voor mij heel duidelijk. Hopelijk voor de afkeuringsarts ook.
Ondertussen heb ik wel een flinke eindejaarsbonus verdiend. Want ik ben met mijn ziekte en beperkingen enorm goed voor de werkgelegenheid.
Eind juni kregen we van het WMO groen licht voor nog twee maanden hulp in huis. Daarna moesten we het zelf gaan organiseren. We zijn lekker op vakantie gegaan en vervolgens heeft Alfred de draad van de onderhandelingen weer opgepakt. Helaas voor onze contactpersoon.(mevrouw X) Ze kan ons namelijk niet verder helpen. Behalve Alfred, want die wil ze wel helpen plannen om het huishouden rond te krijgen. Ik ben namelijk niet het probleem meer, dat is Alfred geworden. We hebben geen zin in een derde discussie en daarom schakelt Alfred MEE in. Een welzijnsorganisatie. Na het gesprek daarmee, is het voor deze vrouw duidelijk. Huishoudelijke hulp is wel het minste wat de gemeente voor ons kan doen. Ze neemt contact op met mevrouw X. Vervolgens belt mevrouw X ons. Ze vindt het niet prettig dat we hulp hebben ingeroepen. Misschien kan ze toch wat voor ons regelen, voor een half jaar. Maar dan is de verwachting dat Alfred weer belt? ‘Klopt‘, was zijn reactie , ‘Of Evelien moet dan weer in het rond springen. Dat zou het mooiste zijn maar dat verwacht ik niet helaas.’ Mevrouw X zucht en zegt dat ze niet weet wat ze met onze situatie aan moet. MEE schakelt een jurist in en laat dat aan het WMO weten. Ondertussen krijg ik een brief van de procesondersteuner van het WMO. Dat we een aanvraag voor ondersteuning hebben ingediend en dat er contact met ons wordt opgenomen. Mevrouw X belt. Misschien kan ze wat doen maar dan moet Alfred aan zichzelf gaan werken. Om te beginnen door een gesprek met de huisarts. Prima. Alfred krijgt een dubbele afspraak. De dag erop belt mevrouw X met de huisarts. Hoe zij over Alfred denkt. De huisarts is beledigd en wil geen medische gegevens aan haar afstaan. Ze (de huisarts) belt mij. Mevrouw X heeft niks van doen met het welzijn van Alfred. Ze mag gewoon met gezond verstand aannemen dat huishoudelijke hulp helemaal niet teveel gevraagd is. Mevrouw X heeft aangegeven dat ze een brief van de huisarts wil met haar zicht op het welzijn van Alfred. En anders schakelt ze een onafhankelijk medisch adviesbureau in om de situatie te bekijken. Niet alleen mijn situatie maar vooral die van Alfred.
Volgen jullie het nog?
De huisarts geeft aan, dat als wij dat ook goed vinden, we daar maar toestemming voor moeten geven. Ze denkt dat mevrouw X dit eigenlijk niet wil want zo’n onderzoek kost de gemeente namelijk veel geld. Dit hele gedoe trouwens ook. Bovendien vindt ze het bewonderingswaardig hoe wij ons tot nu toe gered hebben. We komen tot de conclusie dat er waarschijnlijk veel mensen zijn die afhaken om hulp te vragen aan de gemeente. Onze arts stelt een brief op met daarin het advies de hulp te geven waar we om vragen, zonder iets te vermelden over het welzijn van Alfred. Wij krijgen die brief eerst te lezen en als we het eens zijn met de inhoud kunnen we hem doorsturen. Maar dan krijgen we bericht van WMO. We krijgen een jaar! verlenging. Via zorg op maat. Blijkbaar is er toch een andere ingang bij de gemeente. Maar dankzij wie? Mevrouw X, haar leidinggevende, mevrouw van MEE, de jurist, de huisarts…? Of misschien wel de thuiszorg die zich er stiekem tegenaan bemoeid heeft omdat ze steeds maar weer moeten bellen of we verlenging krijgen? De volgende dag komt de brief van de huisarts. Die begint met:
‘Met verbazing….’ En na een korte inleiding over mevrouw X, in een notendop onze situatie. De situatie die we uitgebreid verteld hebben aan mevrouw X tijdens het ruim een uur durende keukentafelgesprek. Tussen de regels door lees je de verontwaardiging van de arts. We hebben ervan genoten!
Die brief hebben we uiteraard evengoed doorgestuurd naar WMO. Voor het dossier. Heeft de timmerman ook wat te doen, want onze map wordt straks te dik voor de archiefkast.