Tjonge, jonge. Dacht ik eindelijk weer eens een blogje te schrijven met wat geneuzel, over de slechte koffie op de tweede locatie van de het ziekenhuis ofzo, komt er toch iets serieuzers tussendoor.
Bij de eerste keer infuusprikken, op de spoedeisende hulp, stapte de verpleegkundige over op een kindernaald. De aderen in mijn hand zijn nogal dun, bleek. De meeste infusen daarna werden dan ook in een arm gezet. Een enkele keer werd nog wel mijn hand gepakt, soms zijn ze overmoedig, maar dat ging over het algemeen niet goed.
De vorige chemo’s kreeg ik per injectie in mijn buik en daardoor hoefde ik niet wekelijks aan het infuus. Bloedafnemen ging nook niet altijd lekker, met dunne aders zit je er al snel doorheen. Of er half naast. Bij het UMCU wisten ze dan ook meteen; jij krijgt een picc-lijn voor de sct. Een infuuslijn, onder plaatselijke verdoving ingebracht in de bovenarm, in een grote ader. Via die lijn kreeg ik de infusen en namen ze bloed af. Heerlijk, geen pijnlijk geprik meer. Het verwijderen van de picc-lijn gebeurde gewoon op de kamer door de verpleegkundige. Geen centje pijn.
In de loop van de jaren heb ik heel wat infusen gehad. De eerste 2 jaar na de diagnose maandelijks voor de botversterker. En tussendoor een enkele keer voor bijvoorbeeld een petscan. Het aanprikken ging wisselend. Soms pijnloos maar wel de naald blijven voelen, soms rolde de ader weg, soms zwol de ader op, soms erdoorheen, soms poging 2 of poging 3. En ja, soms gleed de naald erin als een warm mes door boter en had ik nergens last van. Door dat laatste besefte ik dat infuusprikken dus helemaal niet standaard pijnlijk is. Maar goed, het ging, de botversterkers hoefden niet meer en mijn aders hadden rust.
Nu heb ik 6 infusen gehad. Ze prikken hem op donderdag aan en laten de naald zitten tot vrijdag. Scheelt weer een poging. Maar na de tweede keer prikken kon ik al een aderontsteking aan mijn lijstje toevoegen. Bij de derde keer rolde de ader weg en ging de verpleegkundige ‘erachteraan’. (Daar ga je scheel van kijken, brrr… , maar ze had ‘m wel). Toen heb ik eens voorzichtig gevraagd wat ze van mijn blauwe lijnen dacht. Want als er na een zoektocht, warme badjes en veel kloppen, één ader gevonden wordt die misschien wel wil, moet je je toch eens achter je oren krabben of er andere opties zijn. De verpleegkundige bevestigde dat ik niet de makkelijkste was om aan te prikken, maar dat het nog wel ging. De arts gaf aan dat als ik een alternatief wilde, ik niet te lang moest wachten want dan had ik er ook nog langer plezier van. Dus toen de volgende prikactie een opgezwellende ader opleverde, heb ik gebeld dat ik er klaar mee was.
Daarom krijg ik de 21e een port a cath. Voor technische informatie hierover: zie het internet.
Eigenlijk wilde ik een picc-lijn. Die zou ik ook weer in Utrecht krijgen. Dan zat ‘ie er vast in. Wat zorgintensiever dan een port a cath maar na gebruik makkelijk te verwijderen. De verpleegkundigen pleitten voor een port a cath. Minder kans op complicaties tijdens het ‘dragen’ ervan. Ik peilde de vaatchirurg nog even. Die gaf mij gelijk, ha! “Voor de duur van de behandeling, zou ik inderdaad gaan voor de picc-lijn.” En toen kwam de maar. “Gezien je lage weerstand door de chemo, ben je infectiegevoelig. Een port a cath is, eenmaal ingebracht, minder infectiegevoelig dan een picc-lijn. Ik raad je daarom ook aan om voor de port a cath te gaan.”
Nadat alles geregeld was, bleef ik twijfelen. Deed ik er wel goed aan? Was ik niet te snel? Ik heb ook helemaal geen zin in zo’n ingreep, zo’n ding in mijn lijf. Dat speelde ook behoorlijk mee. De verpleegkundigen waren stellig. ‘We kunnen nog wel doorgaan totdat het écht niet meer wil, dan wordt het wel steeds pijnlijker. En ja, het kan zijn dat er wel weer een keer een goede ervaring tussenzit. Aderen zijn niet te voorspellen.’ De volgende dag kreeg ik de, voor mij nodige, bevestiging. Drie vrouwen in de zaal. Eén werd in poging drie aangelegd, de andere in poging vier en de derde kreunde van de pijn en huilde. Ze was eigenlijk niet meer te prikken bleek, en had spijt dat ze niet voor een andere optie was gegaan.
Afgelopen donderdag was mijn laatste infuusprikpoging. De voor mij nieuwe verpleegkundige pakte kordaat mijn hand en voor ik wat kon zeggen zette ze het infuus erin. In één keer.