Author : admin

Reisgenoten

Vorig najaar waren er achter elkaar vier mensen uit mijn omgeving met de diagnose kanker. Eén is klaar met behandelen en gaat een spannende vijf jaar tegemoet. De kans op terugkeer is aanwezig. Eén zit nog volop in het behandeltraject. Arnold leeft niet meer. En bij de vierde bleek dat bij de nacontrole, na een intensieve tijd die zorgwekkend was, de kanker alweer actief was. Geen genezing meer mogelijk. Wel levensverlengende chemo. Dit gaat om een oud-collega waarmee ik een mooie vriendschap ontwikkelde. Ik werkte met haar samen in de klas toen de symptomen van mijn ziekte zich meer en meer manifesteerden met uiteindelijk de diagnose. Zij zorgde voor post van onze leerlingen, knutselprojecten waar je ‘u’ tegen zegt, foto’s, filmpjes. Maar ook en vooral een luisterend oor. Begrip. Medeleven. Oprechte interesse. Vrolijkheid. Toen ze zelf kanker kreeg kon ik haar dit teruggeven. En, zoals dat bij de anderen ook ging en gaat, een bak ervaring delen. Herkenning en erkenning. Ook zij liet bij mij de moeilijke kant van alles zien. Dat doorgaan niet vanzelfsprekend is. Maar doorgaan doet ze. En hóe. Wel allemaal mogelijk gemaakt door de nooit aflatende steun van haar omgeving.

In onze vakantie kreeg ik een berichtje van deze duizendpoot. Ze gaf met haar band Reisgenoten een intiem concert. En nodigde privé vrienden en familie hiervoor uit. Natuurlijk ging ik hier heen. Een emotionele avond. Maar ook eentje waar je kracht uit haalt. Moed. Voordat de band begon sprak zij de mensen toe. Met een dankwoord aan iedereen die gekomen was. “Mijn leven zit hier”, zei ze emotioneel tegen de toeschouwers. Hoe mooi is dat?
Na het concert ging ik haar even gedag zeggen. Ze stond de hele tijd mensen te begroeten maar trok mij mee naar twee stoelen. Ze plofte neer. En liet een klein stukje rauwheid zien. We konden er samen om grijnzen. Lief, dapper mens. Ze is mijn reisgenoot in veel opzichten, die ik straks eerder los zal moeten laten dan zij mij. Ik had haar ooit eens gevraagd om viool te spelen op mijn uitvaart notabene. Alhoewel, de wonderen zijn de wereld nog niet uit toch? Wie weet reizen we samen nog langer door dan voorzien.
Ze stuurde alweer een berichtje in de app waarin ze af en toe haar belevenissen deelt. Er komt binnenkort een feest. Om het leven te vieren. Maar nu eerst bijkomen van de chemo. Ik snap dat ze levenshaast heeft. Of is het haar levenslust? Ik geniet in ieder geval van haar enthousiaste reis en ga graag mee. Gehaast of vol levenslust. Wat maakt het eigenlijk uit!

Onderstaande link naar een optreden van Reisgenoten, meer muziek is te vinden op Spotify.

https://www.google.com/search?sca_esv=b0a1351e93cb2bd4&rlz=1C1CHZN_nlNL1003NL1003&udm=7&sxsrf=AE3TifOSngF3v2NyFXp3Yvdsmr-Rv7eiBA:1755528162286&q=reisgenoten+band&sa=X&ved=2ahUKEwiliYaEzJSPAxVvh_0HHSg1KW0Q8ccDKAJ6BAg0EAQ&biw=1280&bih=593&dpr=1.5#fpstate=ive&ip=1&vld=cid:2d0a966e,vid:PnZruJPA7AM,st:0

Rust

Onze twee weken vakantie zitten erop. Een week Belgische Ardennen en een week Picardië. Na een week van onrust en lichte chaos zijn we vertrokken. De boel de boel gelaten. Zo min mogelijk contact met de buitenwereld. Geen social media. Eén keer per dag de hoofdlijnen van het nieuws. Weinig app verkeer. Alles even uit en alleen wij in het nu. Samen met de rest van de camping. Dat dan wel. Het weer was wisselend. Soms regen, soms fris, soms nét te warm, soms lekker zomers. Veel natuur. Mooie routes in de auto. Grotten van Han, wandelingen, kleine dorpjes wat meer gehuchten waren. Geen grote steden. Weinig commerciële winkels van binnen gezien. En wat doet dat veel. Gewoon even niks willen. Niks hoeven. Nou ja, ik wil wel wát zien. Kasteel, ford en burcht kunnen we weer afstrepen van het lijstje. En toevallige mooie plekjes. De heren liepen een toeristische wandeling die voor mij te pittig was. Kon ik op mijn gemak dralen in het kerkje. Ze in mijn comfortabele stoel opwachten bij het eindpunt in het bos. Omdat we daar toevallig vlakbij geparkeerd hadden.
Veel spelletjes gedaan. Hitster bingo, wat Rowan won bij de camping bingo in België. Toevallig het nummer horen wat een vriend speelde op de uitvaart laatst. Of niet toevallig.
Rustig opstarten in de ochtend. Ik als eerste. Om acht uur met koffie buiten in het al dan niet waterige ochtendzonnetje. De jongens kropen als laatste uit hun tentje. Elke ochtend met Alfred op de fiets naar de supermarkt. Die in Frankrijk wel commercieel was overigens. Midgetgolfen, tóch van de snelle glijbaan durven. Kneuterig hè? Maar het was heerlijk. En nodig. Mijn goede voornemen is om dit vast te houden. Ik besloot in de vakantie dan ook om geen foto’s te delen op Instagram. Zo geen zin in. Drie uur na thuiskomst stonden die er toch op. Getriggerd door een tekst. In de trant van ‘het gaat niet om de reis maar om het gezelschap.’ Daar kan je jeuk van krijgen. Maar het is wel zoals het is. Hoewel ik de reis en het reizen toch ook wel kan waarderen 😉 Een uur later had alweer spijt van het delen. Het is een proces hè?
De dag na aankomst weer immunotherapie en de dag erna de broodnodige fysio. Dan weet je meteen weer dat het leven gewoon doorgaat. Met een grote waardering voor deze vakantie!

Uit

De afgelopen week was weer wat veel. De dag na het overlijden van Arnold was ik jarig. Later hoorde ik dat er nóg iemand uitbehandeld is. En werd ik ziek. Die vrijdag bleek het om een longontsteking te gaan. Na overleg met de oncologieverpleegkundige en de dienstdoende hematoloog werd ik naar de huisarts gestuurd voor een kuur. De eerste hulp mocht ook, maar daar had ik niet zo’n zin in. De huisarts in opleiding bevroeg en onderzocht me zorgvuldig. Ik gaf aan welke antibiotica ik wilde hebben. Want ik had maandag een uitvaart waar ik graag naar toe wilde. En die antibiotica werkte vorig jaar als een trein. Ze grimaste iets, terwijl ze op mijn verzoek het ziekenhuis belde voor overleg. Omdat ik ‘onderliggend lijden’ heb, voldoet namelijk niet elke kuur. Nog meer vragen. Waarom ik niet die andere antibiotica wilde, welke reacties ik daar dan op had. Terwijl ik voelde dat mijn koorts weer steeg gaf ik kordaat antwoord dat ik daar toen acuut mee moest stoppen. Ik begrijp dat ik onderzocht moet worden voordat er een recept uitgeschreven kan worden. En het irritant is voor een arts als ik voor eigen dokter ga spelen. Maar ik zal eens een suggestie neerleggen dat bijvoorbeeld de oncologieverpleegkundige een advies mailt naar de huisarts. Zodat ik niet het hele gesprek opnieuw hoef te doen. En daarna nog een keer voor de dienstdoende hematoloog. Maar goed, 20 minuten verder stond ik bij de apotheek met een recept voor de door mijn gewenste pillen. Die goed aansloegen. Nu alleen nog ‘even’ herstellen. Dat kost tijd.

Maandagochtend zaten we dan bij mijn arts. Met stabiele bloeduitslagen. Hoera! Minder hoera is dat de beste volgende behandeloptie weer in de sluis is gestopt. Dat middel geeft bij veel mensen hele mooie resultaten. Helaas zijn vorig jaar de prijsonderhandelingen stukgelopen en gaf het ministerie een negatief advies. Te duur. De fabrikant is het blijven verstrekken aan de mensen die het al gebruikten. Nu zit het opnieuw in de sluis. En geeft de fabrikant het niet meer aan nieuwe patiënten. Het kan zijn dat de onderhandelingen geslaagd zijn tegen de tijd dat ik weer behandeld moet worden. Maar misschien ook niet. En dan is er eventueel een studie CarT-cel therapie die in Utrecht gaat starten. Die behandeling biedt veel perspectieven en ergens ben ik enthousiast. Maar ik heb hem denk ik liever als hij wat verder ontwikkeld is. Zeker nu ik weet dat er iets is wat ik eerst zou kunnen gebruiken maar wat nu niet toegestaan is. De komende twee maanden blijf ik doorgaan met de immunotherapie. Als we weggaan is Alfred strijdlustig. Wil brieven schrijven voor dat ene middel. Ik ben stil. Heb hier nu simpelweg geen ruimte voor. Dat snapt ‘ie. We parkeren het. Dit komt later wel.
In de middag is de uitvaart. Een mooie dienst op een mooie middag. “Jullie hadden nu gewoon moeten vissen”, zeg ik. En zo is het. Het verdriet is enorm. Al het medeleven doet goed.

Vanmorgen zou de invalhulp komen. Onze vaste heeft vakantie. We kunnen wel wat hulp gebruiken na het leggen van de vloer, mijn ziek zijn, de uitvaart. Op tijd uit bed. Terwijl ik eigenlijk nog wel een uurtje langer had kunnen gebruiken. Maar er komt geen hulp. Ze dacht dat het volgende week was. Ik ga op de bank mijn gemiste uurtje slaap inhalen. De uitknop gaat aan. Ben even klaar met de wereld. Komende weken is het mijn gezin en ik. Even rust. Even uit. Tot over een tijdje!

Arnold

Afgelopen dinsdag, aan het begin van de middag, is onze vriend Arnold overleden. Alfred en zijn vrienden waren een paar minuten daarvoor nog bij hem.
Het waren intensieve weken, en dan met name de laatste week. Ongelooflijk hoe snel een ziekte grip kan krijgen op iemand. Zondag heb ik met de kinderen afscheid genomen van Arnold. Op de momenten dat hij wakker was, was hij nog redelijk goed aanspreekbaar. Dinsdag niet meer.
Het verdriet is groot. Het gemis nu al enorm. De hele situatie is enorm confronterend. Maandag zal zijn afscheidsdienst zijn.

Op de ochtend van zijn overlijden stond er een regenboog in de lucht toen ik de caravandeur open deed. Ik heb iets met regenbogen. En vind het heel mooi symbolisch dat uitgerekend die dag de waterige kleuren zich lieten zien.

Hier is een lege plek erbij. Dag lieve Arnold.

44

Vier is mijn geluksgetal. Twee ook. Ik kan soms moeilijk kiezen. Maar je hoeft ook niet altijd te kiezen toch? Volgende week woensdag word ik 44. Wederom een jaartje erbij! Een mooi getal, vierenveertig. Maar ik vind het ook niet erg als dat mooie getal straks 45 wordt. En de rest. We gaan het natuurlijk weer vieren. Meteen ook Alfreds verjaardag. Die wilde met mooi weer zijn verjaardag vieren. Dat we midden in het vierseizoen zitten binnen onze familie nemen we dit jaar op de koop toe. Soms stellen we het uit tot september, nu gokken we op een mooie zaterdag dit weekend.
Woensdag vier ik mijn verjaardag met ons gezin op de camping. We krijgen namelijk een nieuwe vloer. Ook nog even voor de vakantie. Doen we gewoon. Of gewoon, dat ging natuurlijk niet over één nacht ijs. Hij kon deze week al gelegd worden maar dan kreeg ik ook mijn immunotherapie. Dan heb ik toch wat rust om me heen nodig. Anders gaat het niet goed.
Eerst zouden we thuis blijven maar dat leek me later toch niet zo’n goed idee. De eerste dag kunnen we het huis namelijk niet in. Ook niet handig met de hond. We hebben de caravan toch, maken we er meteen een vakantiefeestje van. Want Stijn is dan klaar met school. En Rowan met studie. Die laatste weet niet of hij al naar huis komt dan of dat er in Enschede nog wat te vieren valt. Zien we dan wel weer.

Zo rommelen we de komende weken lekker aan. Feestjes vieren, nieuwe vloer, naar de camping om de hoek, op vakantie. Voor het ideaal beeld doe ik net of de rest eromheen er even niet is. Ik heb weer wat meer rek merk ik. Kom maar door met die vierenveertig!

Tijd

Ik ben toe aan duidelijkheid. Om maar even met de deur in huis te vallen. Ik wil weten wat de volgende behandeling wordt. Ik wil weten hoe de stand van zaken is wat betreft de kankeractiviteit. Maar ergens wil ik het ook niet. Ik wil even niet weten. Even niet bezig zijn met kanker. Met behandelingen. Afleiding is het beste medicijn. En die krijgen we de komende weken genoeg. Al dan niet zelf voor gezorgd. Misschien een beetje teveel afleiding zelfs. Tijd voor lijstjes. Lijstjes om te doseren. Om mezelf niet voorbij te lopen.
Maar het is ook tijd om af en toe gewoon even weg te kruipen. In mezelf. In de natuur. Bij een ander. Wanneer ik afgelopen zondag terugkom van een rondje hei, zitten de zwanenkinderen aan de rand van de vijver. Bij ons voor de deur. Ik haal meteen mijn camera op maar in die paar minuten tijd is moeder met haar kroost het water in gedoken. En zwemt ondertussen al aan de overkant. Vastberaden kruip ik tussen het struikgewas. Met spijt dat ik mijn spiegelreflex niet heb gepakt. Die kan ik handmatig scherp stellen. Het kleintje wat ik bij me heb zoomt dan wel weer verder in. Uiteindelijk lukt het me toch om een paar rake maar niet perfecte plaatjes te schieten. Wat wel perfect is, is de ruimte in mijn hoofd als ik uit de begroeiing stap. Hoe kan je vergeten hoe fijn je een hobby kan vinden?
En nu? Nu is het tijd om eten te gaan koken. Moet ten slotte ook gewoon gebeuren.

Fietsen

Met frisse tegenzin fietste ik gisteren naar het ziekenhuis voor de daratumumab. Heeft het eigenlijk nog wel zin? Houd ik mezelf niet voor de gek? Zonde om misschien voor niks mijn lichaam dit nog weer aan te doen. Op de chemo-unit spreek ik mijn twijfels uit. Vraag aan de verpleegkunde of ze ervaring met mijn situatie heeft. Ze lacht even en zegt dat ze daar eigenlijk niks over kan zeggen. Dat dat echt een gesprek is voor met de arts. Maar dat ze één ding wel weet, dat als mijn dokter dacht dat het écht geen zin meer zin zou hebben, ze mij niet hier niet naar toe liet gaan voor het placebo effect. Deze verpleegkundige ken ik al mijn hele ziekteproces. En zij kent mij. Ik zie dat ze het lastig vindt. Dat ik in deze situatie zit. Op de terugweg naar huis vergeet ik het veld met margrieten te fotograferen. Wat ik me op de heenweg had voorgenomen. In gedachten bij de onzekere maanden die komen gaan.

Vanmorgen fietste ik met Stijn aan mijn arm naar de fysio. Hem liet ik achter bij zijn verzamelpunt vanwaar hij met vrienden verder fietst naar school. Ik slinger om de schoolgaande jeugd heen, een heel aantal op een elektrische fiets. Lach erom, omdat daar nogal wat meningen over zijn. Elektrische fietsen voor jongeren. Want ‘vroeger’….. (Vroeger gingen ze met paard en wagen, wil ik dan nog wel eens zeggen). En ik denk dan, ach, als je elke dag een half uur heen en een half uur terug over de dijk moet, waarom niet? Je mag het jezelf of je kind best wat makkelijker maken. Dan kom ik een jongen tegen in een rolstoel die hij in beweging houdt door met zijn armen trappers rond te draaien. Er is vast een naam voor maar die weet ik niet. Hem zou ik zeker wel een elektrisch karretje gunnen. Hij heeft zo weer zijn eigen uitdagingen in het leven. Nu al.

Afgelopen week werd ik niet lekker. Een soort van griepje. Het mooie Hemelvaart weekend heb ik grotendeels binnen en op bed doorgebracht. Echt balen. Gelukkig was daar het EK turnen. En Rowan die zowaar tijd had. Naast mij op bed kwam liggen kijken omdat ik nog niet heel veel prikkels tegelijk kon hebben. Voor Alfred was het ook even een domper. We zouden erop uit met de caravan. Hij vindt het een lastige tijd nu zijn vriend palliatief is en mijn kanker weer actiever wordt. Had echt even behoefte om er op uit te trekken. Toch heeft hij elke dag even gefietst. En dan niet elektrisch. Nee, met de wielrenfiets of mountainbike. Dat doet hem goed.

En zo fietsen we samen, ondanks alles, door deze weken heen. Slingerend om de zorgen, het verdriet. Ondertussen genietend van al het moois wat het leven óók brengt. Soms is het zwaar trappen, maar gelukkig is er ook regelmatig een duwtje in de rug. Al dan niet elektrisch.

Blauw

Een poosje geleden las ik het boek ‘Al het blauw van de hemel’. Over een twintiger die de diagnose jong-alzheimer krijgt. Levensverwachting hooguit twee jaar. Hij besluit vrij impulsief een camper te kopen en een rondreis te maken. Een onbekende reisgenoot gaat mee, omdat hij zorg nodig gaat hebben. Het verhaal beschrijft prachtig de karakters van mensen, het mooie en het minder mooie. Hoe rauw afscheid nemen van het leven is, in verschillende vormen. Hoe mooi het ook kan zijn. Veel is herkenbaar of in ieder geval invoelbaar. En toch is het geen zwaar boek. Toen ik het las kwam ineens de titel ‘Een streepje blauw’ bij me op. Over een tiener die haar vader verliest. Gelezen in mijn eigen tienerjaren en nu ben ik nieuwsgierig naar hoe dat ook alweer ging. Mocht iemand dat boek hebben liggen… 😉 Onbewust ontweek ik boeken over ziektes die je leven ontnemen. Maar na dit gelezen te hebben is die soort van angst weg. Het komt dichtbij maar niet benauwend.

Wat wel benauwend is is dat we anderhalve week geleden te horen kregen dat onze goede vriend uitbehandeld is. We wisten dat hij niet meer zou genezen maar hij knapte aanzienlijk op. En voelde zich eigenlijk steeds beter. Na een controle kwam dit bericht als donderslag bij heldere hemel.

Vorige week kreeg ik zelf de uitslag van de controle. Het m-proteïne is gestegen naar 2. Niet veel maar wel genoeg om te concluderen dat de daratumumab niet meer doet wat hij moet doen. In de spreekkamer van de arts kregen we twee opties voorgeschoteld. Stoppen of nog even doorgaan in combinatie met lenalidomide. Dat had ik niet aan zien komen. We hebben gekozen voor mijn eigen optie. Nog twee maanden doorgaan zonder lena en dan kijken wat het m-proteïne doet. Misschien een beetje placebo effect, maar wat als het nog wel wat doet? Ondertussen gaan de arts en ik onderzoeken wat de beste volgende behandeling zou kunnen zijn. Zij in contact met het UMCU en ik in contact met internet.
Als ik naar huis fiets voel ik me zwaar. De vrolijke blauwe lucht doet me nu even niet zo veel. Had zo gehoopt in ieder geval nog een jaar zo door te kunnen. In eerste instantie wil ik de teleurstelling niet toelaten. Er ís tenminste nog iets! Voor mij wel. Maar dat helpt nu even niet en ik besluit, heel bewust, om het er toch maar gewoon even te laten zijn. En dat helpt. Ik bel mijn moeder over het gesprek met de dokter, rommel een beetje aan, kijk een serie. De volgende dag voel ik me weer opgeruimd. Gelukkig.

Een paar dagen later barbecueën we met de bewuste vriend en zijn vrouw bij ons in de tuin. Onder de mooie lichtblauwe hemel. Het samenzijn is ook licht. En open. We begrijpen elkaar. Emoties hoeven niet uitgelegd te worden. Gesprekken gaan ook ergens anders over. Een fijne avond waarbij ik me de geluksvogel van het hele stel voel.

Gisteren speelde ik met Stijn een potje Hitster. Op onze eigen manier. Ik heb niet zo’n goed muzikaal gehoor, ben slecht in het onthouden van namen van muzikanten en nummers. Met dit brein al helemaal. Toch wilde ik dit spel graag omdat ik wel van muziek houd. Dat Stijn meteen ‘Let it be’ roept en ik een fractie te laat de Beatles vind ik dan wel weer grappig. Even later gil ik ‘Barbie girl’ met vrijwel direct erachteraan ‘Aqua’. Waarop Stijn zijn wenkbrauwen optrekt en schamper zegt: “Dat je hiervan zelfs de naam van de gróep weet”. Hilarisch vind ik het. Hoe mijn brein werkt. Water. Blauw. Het zal de associatie wel zijn. Heerlijk spel om even alles te vergeten. Heerlijk om weer gewoon door te kunnen gaan met het leven van alledag. En laat die lucht nog maar even helder blauw blijven.

Dexascan

Op een mooie voorjaarsdag fiets ik in mijn zomerjurkje naar het ziekenhuis. Joggingbroek en sokken in de tas. Doelgericht loop ik naar wachtkamer vier en ga op één van de stoelen in de gang zitten. Want dat zijn de wachtkamers. Een rij stoelen in de gang. Voor me de bekende grote schuifdeur. Het onderzoek zou zo’n 20 minuten duren. Links van me komt een vrouw een beetje verdwaasd en op kousenvoeten uit een gewone deur lopen. Jas en tas in de ene hand, schoenen in de andere. Ik let er verder niet op en buig me weer over mijn potje wordfeud heen. Al snel hoor ik mijn naam. Ik kijk op maar de stem komt niet achter de schuifdeur vandaan maar vanuit de gewone deuropening iets verderop. De vrouw die mijn naam noemde houdt de deur voor me open en zegt dat ik mijn spullen op de betreffende stoel kan leggen. Sommeert me mijn bh uit te doen. Ik vertel dat ik een sport bh aan heb, zonder metaal. Ze is niet onvriendelijk maar stelt zich niet voor, zegt geen gedag. Voordat ik verder met haar meeloop zeg ik dat ik eerst even mijn joggingbroek en sokken aan ga doen. “Waarom?” zegt ze, terwijl ze haar wenkbrauwen optrekt en me verbaasd aankijkt. “Nou, ik dacht dat ik door de ‘donut’ zou gaan maar zo te zien is dat niet zo.” Antwoord ik. Ik had natuurlijk al snel door dat ik in een andere ruimte was dan de vorige keer. Met andere apparatuur. “O, antwoordt de vrouw, nee dat is niet zo. Je krijgt het hier niet koud, loop maar door. Je mag daar gaan liggen, het onderzoek duurt 15 minuten.” Vijf minuten minder dan in de informatiefolder stond blijkbaar. Ik neem plaats op de behandeltafel, onder een soort rechthoekige arm met afgeronde hoeken. De vrouw verteld dat ik een botdichtheidsmeting krijg en vraagt me mijn benen op te tillen waarna ze een groot vierkant blok eronder schuift. Ben ik even blij dat ik mijn oncharmante katoenen fietsbroek onder mijn jurkje aan heb. Anders was die joggingbroek zo gek nog niet. Niet omdat ik mij schaam, ben die onderzoeks-schaamte wel voorbij, maar omdat dat gewoon net even lekkerder aanvoelt. Ik zie haar blik naar die broek trekken en er komt zowaar een kleine grimas om haar mond. Het wordt een klucht mensen. Deze vrouw doet haar werk, maar heeft niet zo’n zin in deze routine klus lijkt het. Ik zie de humor er wel van in en ben benieuwd wat er verder gaat komen. Tussen neus en lippen door wordt nog snel naar mijn geboortedatum gevraagd. Duidelijk een formaliteit voor haar, ze weet heus wel dat ze de goede persoon voor zich heeft? Kort wordt er uitgelegd wat er gaat gebeuren. Ze zet de scanner aan en ik doe mijn ogen dicht. Moet zo stil mogelijk blijven liggen en ik ontspan het best met mijn ogen dicht. Heel even gluur ik naar de scanner omdat ik nieuwsgierig ben hoe dat gaat. Maar die zweeft saai heel langzaam ter hoogte van mijn onderbuik. Net als ik mijn ogen weer dicht doe hoor ik dat ik mijn armen boven mijn hoofd mag leggen. Als ik opkijk zie ik de vrouw bij mijn voeten staan terwijl ze haar armen boven haar hoofd houdt als voorbeeld. Ze kijkt me een beetje onderzoekend aan. Zou ze het vreemd vinden dat ik met mijn ogen dicht lag? Ondertussen zit ze weer op haar stoel en zegt dat de scanner nu om me heen gaat bewegen en dat ik adem instructies krijg. Niet meer en niet minder. Gelukkig heb ik daar ook ervaring mee want in rap tempo klinken de commando’s ‘adem uit’, ‘adem dóór’ en ‘adem vást!’ Ondertussen gaat de scanner langzaam in een hoek om me heen en lijkt ook de behandeltafel iets opzij te manoeuvreren. Vervolgens wordt het blok onder mijn benen vandaan gehaald. De vrouw geeft aan dat er nu een scan gemaakt wordt van mijn heup. Terwijl ze dit zegt pakt ze mijn onderbeen en draait die in een kleine hoek wat ik wonderbaarlijk genoeg in mijn heup voel. Ik doe mijn ogen weer dicht maar al snel hoor ik naast me: “Klaar!” Ik kijk haar aan en geamuseerd zegt ze dat ik op mag staan. Waar is die verborgen camera? Terwijl ik mijn tas pak denk ik aan de vrouw die ik eerder wat verdwaasd deze ruimte zag verlaten en schiet nog net niet in de lach. Ik snap dat nu wel. Wat een bijzondere ervaring weer. Met die arts, verpleegkundige, radioloog of was het deze keer toch de secretaresse die op een paar knoppen mocht drukken? Als ik in de gang mijn horloge weer omdoe zie ik dat ik welgeteld 5 minuten binnen ben geweest. Opgetogen dat ik zoveel eerder thuis ben dan verwacht, bedenk ik meteen dat ik dan nu wel fijn met de vakantievierende tiener een ijsje kan gaan eten in het dorp verderop. En zo zit ik een half uur later op het terras te genieten van mijn kind en een lekker suikervrij ijsje. Je zou met dit weer maar de hele dag binnen mensen moeten scannen….. Adem dóór!

Vieren

Stijn was jarig. Vijftien jaar. We vierden het op de dag zelf. En hoe fantastisch dat dat net die ene zaterdag was met prachtig weer waardoor we lekker buiten feest hadden.
We waren twintig jaar getrouwd. En dat hebben we gevierd. Uit eten met de ouder(s), omi, en onze kinderen. Een mooie avond.
Paasweekend. De opstanding. Onze regio tachtig jaar bevrijd van de tweede wereldoorlog. Nieuwe vloer uitzoeken. Winkelen. Toch nog even langs de opstelling van oude militaire voertuigen.
Mooi weer. Wandelen. Een beetje meer dan anders. Want gezellig.
Paasbrunch. Ik moet en zal dat doen. Zonder genodigden deze keer. Want al teveel gedaan de dag ervoor. Even alleen met het gezin. Kneuterig.
Vrienden van de jongens over de vloer. Mooi weer voor de trampoline. Even geen school of studie.
Een uitje. Gewoon met zijn vieren. Omdat dat steeds minder voor zal komen. Met een op kamers wonende zoon. Veel gelopen. Te veel. Maar mooie plekken gezien. Ontspannen met elkaar.

Vanmorgen fysio. Hersteltraining. Volgens de therapeut. En drie dagen rust. Volgens de therapeut. Stijn kookt vanavond. Ik doe niks meer. Nou oké, de was. Stukje met de hond. Foto’s op de computer zetten. Mijn feestje achteraf is dat. Nagenieten van al het vieren. Opladen voor al het vieren wat nu in rap tempo zal volgen. Met voorpret. Genieten van het mooie voorjaar. Rusten is soms zo erg nog niet 😉