Op het moment dat duidelijk werd dat ik afgekeurd zou gaan worden, wees een vriend ons op de mogelijkheid van een ontslagvergoeding. Ik vond dat een beetje gek, zo’n vergoeding, want het ontslag zou een formaliteit zijn. Iets wat buiten het functioneren van mijn werkgever of mij stond. Waarom ik de CAO er niet op nageslagen heb weet ik niet. Misschien omdat er zoveel rommelde. Of omdat ik niet bezig was met het zakelijke aspect van alles. Het arbeidsbureau dat mij zou moeten begeleiden in het afkeuringsproces, had ook wat begeleiding van Alfred nodig om te zorgen dat we in de juiste procedure zaten. Op hen vertrouwen deden we dan ook niet en daarom maar weer contact gezocht met de rechtsbijstand. Toch wel handig zo’n onafhankelijk bureau die je kan helpen in het web van de Nederlandse bureaucratie. We kregen echter te horen dat een ambtenaar (tja, als je in het onderwijs werkt val je onder de ambtenaren ) geen recht heeft op een transitievergoeding. Jammer, maar ik vond het in eerste instantie prima. Het voelt toch een beetje als onnodig geld aftroggelen van je werkgever. En ik had niet anders verwacht. Het salaris is jaren ‘bevroren’ geweest dankzij de crisis en zoals het niemand kan zijn ontgaan, wordt er nu pas geïnvesteerd in een beetje fatsoenlijk salaris in het onderwijs. Waarom zou ik dan opeens een ‘bonus’ krijgen. Ik kan echt een watje zijn op zakelijk gebied.
Totdat Alfred een mail kreeg van een andere jurist bij de organisatie waar wij verzekerd zijn. Onze aanvraag stond nog open en hij wilde weten of wij er nog wat mee wilden doen. Toen werd ik boos. Weg watje. De zoveelste organistatie -persoon- die steken laat vallen. Gelukkig bleef Alfred rustig en heeft de man uitgelegd wat de situatie is en hoe er gehandeld is. De afdeling van deze jurist is onderwijs en hij vertelde dat ik waarschijnlijk wel gewoon recht had op een transitievergoeding. Potverdorie. Hij legde het ook nog goed uit. Het is een wettelijk recht van elke werknemer en waarom zou je er geen aanspraak op willen maken? ‘Het is jouw geld, waarschijnlijk heb je nu genoeg kosten.’ Er ging een brief naar de overkoepelende organistatie van mijn werkgever. Die wezen op hun recht, compleet met desbetreffende artikelnummers. We waren te laat, je moet zo’n aanvraag binnen drie maanden indienen wil je aanspraak maken op de vergoeding. Nanananana….. Hier kan ik dus niet tegen. De jurist vindt dat de fout bij zijn eigen bedrijf ligt en daarom zijn we schadeloos gesteld. We kregen ook nog een bloemetje van deze man. ‘Maak mooie herinneringen met elkaar, ‘ stond er op het kaartje. Kijk bureaucratisch Nederland, zo kan het ook. Van een beetje menselijkheid fleur je op, als gever én ontvanger.