Archive : oktober

Vandaag

Mijn vorige blog over het rustig voortkabbelende leven stond nog niet online, of diezelfde dag begon de onrust. Met een incident waarvan ik het niet nodig vind om die hier te noemen. Klinkt altijd zo lekker geheimzinnig. Niks ernstigs, met een sisser afgelopen. De dag erop ga ik onverwachts met mijn ouders naar het ziekenhuis. De vrouw van 94, die al voor mijn geboorte bij ons gezin betrokken is, ligt onverwachts op sterven. Diezelfde avond overlijd ze in het bijzijn van mijn ouders. De volgende dag vertrekken wij naar Parijs. De zorgvuldig gekozen rustdagen voor die trip zijn in het water gevallen. Het vreugdevolle vooruitzicht heeft een randje gekregen. Maar toch staan we een dag later in de middag onder de Eiffeltoren.

Parijs! Als ík even geen levenshaast heb, heeft Alfred ‘m wel. Het was zijn idee. Omdat we 25 jaar verkering hadden. En aangezien eropuit gaan één van mijn grootste hobby’s is, vat ik de koe bij de horens en boek zo’n twee weken voor de herfstvakantie ons tripje. Wat een zaligheid dat we die mogelijkheid hebben. De dag voor vertrek open ik de eerste bloeduitslagen. Alle reguliere uitslagen staan online en zijn prima. Mooi. We gaan ervoor. In de drukte van de stad en door het genieten van de jongens, vergeet ik even thuis, mijn lijf, mijn ziekte. Wat een feestje om de kinderen deze stad voor het eerst te laten beleven! Die avond krijg ik een melding op mijn telefoon. Er zijn uitslagen bekend. Dat moet wel het m-proteïne zijn. Vóór deze trip vertelde ik stoer aan een mede kankercollega dat ik de uitslagen al bekijk voordat ik naar de arts ga. Zij nooit. En vele met haar. Maar ik wil weten. Ik heb twee maanden geleden echter ook aan Alfred beloofd dat als ik het weet, hij het ook weet. Nadat ik toen een paar dagen had gewacht met vertellen. Ik wil het nu echter niet vertellen. Ik wil het niet. Dus swipe ik de melding weg. Voor het eerst. Nu even niet. Vandaag is vandaag. En we zijn een paar dagen weg. We zijn ontspannen. Genieten. Dág kanker. Je wacht maar even.
De derde dag komen we in de avond thuis. ’s Ochtends sta ik bij Centre Pompidou, ’s avonds open ik de uitslag. Ik wil weten. Het m-proteïne is gestegen van 15 naar 19.

De arts en ik zijn het erover eens. We gaan behandelen. Na de feestdagen. Dus in januari. Half december nog wel een controle. Mocht het toch de pan uit rijzen dan starten we eerder. Twee keer in de week daratumumab per injectie (immunotherapie), dexamethason, lenalidomide en uiteraard de nodige antibiotica. In een half jaar tijd wordt deze kuur afgebouwd naar een maandelijks onderhoud. De bijwerkingen vallen veelal mee t.o.v. de chemo die ik al heb gehad. We gaan het ervaren. Maar niet vandaag.

De dag na het artsenbezoek fiets ik langs het water naar de stad. Wat is er veel gebeurd in ruim een week. En toch fiets ik hier maar mooi. De wereld prachtig verstild door de mist. Ik voel me ook verstild. Rustig. Niet eens verdrietig. Of emotioneel. Als ik stop om foto’s te maken, de tijd neem om ervan te genieten, komt een lied van Kinga Bán bij me boven.
Vandaag.

Het is vandaag, dat is alles wat je hebt.
Morgen komt later en gisteren is alweer weg.
Dit is vandaag, met z’n vreugde en zijn pijn
en je hoeft maar één ding te doen. Dat is: er zijn.

Angst

Tijd voor een lekker luchtig blogje. Over hoe het leven ook heerlijk gemoedelijk door kabbelt. Wat een cadeautje was het nazomer weer hè? Hoewel ik nu ook kan genieten van de frisse najaarswind. Warme jas aan, het bos in en de herfstlucht opsnuiven. De typische kaarsjes weer aan. Knus op de bank samen naar Expeditie Robinson kijken. In beeld en geluid komt dan nu zo’n teleurstellend deuntje. Alfred gaat wat anders doen als dat programma begint, m’n vaste kijkmaatje vindt bij z’n vrienden zijn net wat leuker dan deze traditie met zijn moeder en de ander heeft het wel gezien ondertussen met de proeven en het gekibbel. Maar hier geniet ik juist ook van. Dat ieder lekker zijn ding doet.
De sportwedstrijden beginnen weer. Kneuterig met een thermosfles koffie aan de kade kijken hoe je zoon aan de voorkant van de boot gaat hangen. Op een filmpje zien welke ingewikkelde sprong je andere zoon aan het oefenen is. Die stunt mag ik begin volgend jaar waarschijnlijk live gaan bewonderen op een wedstrijd. Mijn moederhart raakt redelijk gewend aan dit soort capriolen. Uiteindelijk kwam er één vorige week gewoon met een lichte hersenschudding uit het zwembad zetten. Ik ben er nou eenmaal niet meer bij om te zeggen dat je niet moet rennen daar….

Dankzij al het nieuws van de afgelopen tijd, besef ik weer hoe fijn en veilig we hier leven. Ik schrik van alle oorlogen, maar ook hoe snel je gewend raakt aan berichtgeving daarover. De angst waarin je moet leven in zo’n gebied is niets in vergelijking met de angst dat er weer een behandeling gaat starten. Tussen de veilige muren van het ziekenhuis. Hoewel die veiligheid door één psychopaat zomaar aan de kant is gezet. Het raakt me, maar maakt me niet bang. Gelukkig. Boos word ik van voetbalsupporters die het zó bont maken dat een wedstrijd moet worden stilgelegd. Mensen het is een spélletje! Er was een groep kinderen die als speciaal uitje daar bij mochten zijn. Die kinderen hebben meer zorgen aan hun hoofd dan het winnen of verliezen van hun voetbalclub. Ik zou me vreselijk schamen.

Het is herfstvakantie en de twee heren zijn gezellig thuis. De één gaat koken en de ander wacht tot ik hiermee klaar ben. De hersenschudding is alweer bijna weg. Rummikub staat klaar. Niet mijn favoriet. Maar ja, je kan niet alles hebben in het leven hè?

Herfstblues

Ja hoor, daar was hij weer. De offday. Ik was hem al bijna vergeten. Op zich een goed teken. Mijn lijf wil niet. Mijn hoofd wel. Zo na een griep heb ik altijd last van wat meer adrenaline. We kunnen weer! Zegt mijn hoofd. Maar mijn lijf zegt nee.
Na de vakantie was ik heel goed aan het doseren. Afspraken verspreiden. De zwaarte van een afspraak afwegen tegen een andere. Wat kan wel twee dagen achter elkaar. Wanneer heb ik een rustdag nodig. Of twee.
Die maandag was ik met mijn ouders naar een keuken gaan kijken. Voor hen. Gezellig. Leuk. Maar wat wás ik moe daarna. Om acht uur ’s avonds lag ik in mijn bed. Slapen gerekt tot half tien. De volgende dag fysio. Nog niet op mijn oude niveau. Woensdag in principe rustdag. Donderdag offday. MOE. Ik heb zin om wat te gaan doen. De deur uit. Maar ik doe het niet. De ervaring houdt mij thuis. Ik ben verdrietig. Dat het zo gaat. Moet. Baal. Geef er aan toe. Ik heb een leuk, vol leven. Doe genoeg. Het kost alleen zoveel energie. Zoveel planning. Zoveel nadenken, afwegen. ’s Avonds ga ik naar de film. Een goed moment. Lekker wegzakken in iets luchtigs. Een goed gesprek met een vriendin. Geen ‘ja maar’. Gewoon begrip. Medeleven. Herkenning vanuit een ander perspectief. Knap er van op. Vrijdag rustdag. Ben er weer door. Mentaal. Mijn lijf geeft nog niet veel mee. Kijk naar mijn agenda. Ai ai ai. Veel leuke dingen de komende weken. Zelf gepland en voor mij gepland. Iets met kinderen, school en sport. Een bijeenkomst waar ik nu éindelijk eens naartoe wil. Dat ik niet werk geeft natuurlijk mogelijkheden. Ruimte. En toch minder mogelijkheden en ruimte dan toen ik wel werkte. Dan deed je iets er gewoon even bij. Meestal. Dat mis ik. Iets er gewoon even bij doen.
Er is wel weer werk aan de winkel voor mij. Ander werk. Tussen al dat leuks door, moet ik de klusjes thuis maar even laten. Genieten van de rust. De stilte. Staren naar de prachtig bloeiende herfstaster. Deze nazomer waarnemen. Koffie in de tuin. Niet toch even naar de buren. Of naar de stad. Of mijn hobbykamer opruimen. Of….

Ik koester weer deze behandelvrije tijd. Kijk vooruit en plan nóg meer leuks. Dat laatste typ ik met een brede grijns. Díe energie is er nog. Dág offday, tot héél veel later!