Archive : april

Vaagheden

De chemo, vermoeidheid, de pillen, aanleg etc. Al heel veel excuses heb ik gezocht voor mijn wazige hoofd. Het trainen wat ik na de eerste behandeling heb gedaan, werpt nu minder goed zijn vruchten af. Puzzelboeken, hoofdrekenen, drie dingen opnoemen en onthouden, ik heb het allemaal weer geprobeerd. Maar het blijft wat wazig in mijn hoofd. Alsof mijn hersenen slecht zien en regelmatig moeten scherpstellen. Het zorgt ervoor dat ik stomme dingen vergeet, woorden oversla als ik schrijf en uiteraard de nodige idiote spelfouten maak. Maar dat is nog niet het ergste. Ik krijg black-outs. Misschien is dat laatste wel iets psychisch geworden, ik weet het niet. Het is alleen behoorlijk genânt. Ik wilde bijvoorbeeld even de namen van wat ouders invullen op een formulier. We gaan samen het afscheid van groep 8 regelen. En ik wist het niet meer. Eén naam wel. De andere drie niet. Black-out. Ik trok de stoute schoenen aan en vroeg aan één moeder hoe ze ook al weer heette. Vond ze niet zo leuk had ik het idee. Geen punten mee gescoord.
Net zoals toen ik een ouder van turnen even ging helpen. En gewoon gezellig een ander kind als haar zoon bestempelde. Rowan turnt al 7 jaar. Die zoon ook. Ik zeg dan maar gewoon sorry. Haal niet altijd mijn chemobrein erbij. Alleen helpt dit natuurlijk niet in mijn sociale contacten. Oja, en ik weet heus wel dat Amsterdam onze hoofdstad is, maar kan rustig ineens zeggen dat het Den Haag is. Het is echt leuk triviant spelen met mij, wat dat betreft.

Wat helpt, is gewoon meer rust. Meer stilte als ik dingen ga doen. Want als ik ergens mee bezig ben en er komt een vraag tussendoor, kan ik weer opnieuw beginnen. Als het dan al meteen weer lukt.
Stijn heeft een zolderkamer gekregen en toen dat plan kwam, heb ik aangegeven zijn kamertje wel te willen gebruiken. Daar werd eerst een beetje gnuivend op gereageerd. Dat is ook nog zo. Altijd maar weer uitleggen en verdedigen. Toen ik het aan een vriendin vertelde, al bijna verontschuldigend, trok ze haar wenkbrauwen op. Ze vertelde dat zij een bureau op haar slaapkamer had staan, om even ongestoord haar ding te kunnen doen. Ha! Niks chemobrein. Als je in de woonkamer zit ben je gewoon áltijd het aanspreekpunt. En door de corona en voortgezetonderwijsroosters, is er bijna altijd wel iemand thuis. Geen ramp, heel gezellig, maar ik kom dan tot weinig.

Nu heb ik dus mijn eigen stille plekje. In plaats van in bed te gaan zitten, waar ik al genoeg ben, zit ik op mijn eigen hobbykamer. Zoals ik het maar genoemd heb. Mezelf verwend met een mooie kleur op de muur (het brandweerrood van Stijn was me net iets te gortig), mijn favoriete vakantiefoto’s, een bureau en fijne bureaustoel. Ik kan ook mijn rommel laten liggen. Dat is fysiek dan weer heel fijn. Wennen was het wel. Voor de mannen dan. De eerste keer dat ik er zat, de kinderen waren er niet eens, kwam Alfred drie keer binnen. ‘Bevalt het?’ Eh….. Een andere keer hoorde ik op de achtergrond: ‘waar is mama?’. En toen ging later heel voorzichtig de deur open. Hilarisch vind ik dat. Bepaalde patronen slijten er natuurlijk ook gewoon in. En ‘storen’ mag ook gewoon, dat weten ze. Als het maar niet met regelmaat gebeurt, want dan schiet die kamer zijn doel voorbij.
Nog altijd doe ik het management van de heren, wat steeds meer lijkt te worden. Want een mannenbrein lijkt nog altijd warriger dan een chemobrein. In dat licht bekeken misschien toch maar eens een ander bordje op mijn deur hangen dan ‘hobbykamer’.

En door

Dat ik nu mijn officiële intrede heb gemaakt in de kankerwereld, betekent niet dat ik daar nu vooral te vinden ben. Hoewel ik heel toevallig vorig week ook voor het eerst een ontmoeting heb gehad met andere multipel myelomers. Erover uitweiden heeft niet zoveel zin, ik heb in de vorige blogs al genoeg gezegd over lotgenoten contact, en ook ik ben er wel eens klaar mee om erover te praten of te schrijven. Toch wil ik noemen dat het enorm gezellig was, we veel gelachen hebben en ik duidelijk niet de enige ben met de nodige zelfspot! Ik vond het bijzonder dat zo’n stelletje onbekenden, met alleen maar dezelfde diagnose (en heel andere ervaringen), zomaar een paar uur samen koffie drinken en lunchen zonder dat het ongemakkelijk wordt.

Al word ik nog altijd onrustig van het rondgaande coronavirus, het doet me goed om weer meer te ondernemen. In eerste instantie voelde het drukke schoolvoetbalveld wat ongemakkelijk, maar wat wás het fijn om Stijn aan te kunnen moedigen en er gewoon te zijn. Ondanks de drukte nodigde ik de coach uit voor een koffie in de kantine, een mentale overwinning (niet het koffie drinken met die man, maar in zo’n ruimte zitten 😉 ). Iets heel normaals, voelde nu speciaal omdat het zo lang geleden was om zoiets vanzelfsprekends te doen. Gelukkig zijn we bevriend met de coach, en kon ik gelijk gaan zitten, terwijl hij heel galant de rij voor mij trotseerde.
Met het mooie weer was ook ik in het tuincentrum te vinden om de tuin wat op te fleuren. Alfred tilde tijdens het uitvoeren van zijn eigen hobby’s een bloempot of de zak potgrond voor me op tafel en deed gezellig mee met de koffie als ik weer eens moest zitten. Al duren zijn koffiemomentjes 3 minuten en die van mij 30, we vinden het fijn om zo samen aan te rommelen.

Heel wat afspraken waren steeds doorgeschoven dankzij vele positief geteste mensen, waardoor er de laatste weken een gezellige afsprakenmarathon is ontstaan. Koffie (alweer koffie) bij de ene vriendin, uit eten met de andere. Winkelen met Stijn, en vorige week zelfs met Rowan. Die laatste omdat het van mij moest, de eerste omdat hij het zo leuk vindt. Maar die kerels zijn beide heerlijk gemoedelijk en genieten ervan.

Met dit soort dagelijkse dingen, groot of klein, voel ik me rijk. Het lijkt allemaal vanzelfsprekend maar dat is het niet. Dat ik het toch voor elkaar boks om een gewoon leven te leiden, daar ben ik soms best wel een beetje trots op. Het kaartje op de foto kreeg ik vorige week zomaar binnen. Of juist niet zomaar. Want stiekem kwam hij precies op het goede moment, ik doe het toch allemaal maar mooi!