Een opgewekt karakter, wat zelfspot en een portie vastberadendheid helpen een handje als het leven wat tegen zit. Maar ook dan kan het gaan spoken in je hoofd. De laatste blogs heb ik ontweken om over dat gespook te schrijven. Ik heb wel een poging gedaan, maar van het lezen van mijn eigen tekst werd ik niet vrolijk. En vond ik het overdreven. Dus wiste ik het weer en richte ik me op de feiten en de zonnige kant. Ook de waarheid hoor. Desondanks wil ik toch ook de andere kant laten zien.
Op de eerste sneeuwdag gingen de jongens sleeën bij de ‘sleeheuvel’. Ik ging er heen om foto’s te maken. Lopend. Tijdens de avondwandelingen met Alfred had ik al ongeveer die afstand gelopen dus het zou nu ook best lukken. Ploegend door de sneeuw, de wind in mijn rug. Op driekwart van de afstand werd het tempo lager. De vastberadendheid groter. Ingehaald door vele mensen met kinderen op sleetjes achter zich aan. Maar ik was er. De voldoening groot. Toen terug. Tegen de wind, de sneeuwjacht, in. Ik kón niet meer. Ik had neiging om me te laten zakken in de sneeuw. Maar dan was het einde misschien zoek. Zwaar zwetend, hijgend, doodmoe kwam ik thuis. Daar werd ik opgevangen door Alfred. Nog net niet hoofdschuddend. De euforie was gemengd met frustratie. Ik wil gewoon méédoen!
Een paar dagen later ging ik met een thermosfles met warme chocolademelk naar de waterplas, waar de jongens aan het schaatsen waren. Eerste stuk op de fiets. Daarna lopend. Geen jongens te zien. Nou ja, die van mij dan. Genoeg vrolijke vaders, moeders en kinderen. Oudere mensen die stevig doorliepen. Die wel. Het staan, het lopen, weer op de fiets, ik kón niet meer. Na een klein uurtje was ik thuis. De kinderen blijkbaar ook. Net mis gelopen. Na wat gefrustreerde woorden kroop ik mijn bed in om na twee uur wakker gemaakt te worden voor het eten. Me schuldig voelend tegenover de kinderen. Een aanval van chemomoeheid was deze keer de boosdoener. Want mijn lijf bleef zwaar aanvoelen, evenals mijn oogleden.
De volgende middag gingen we met de auto naar de waterscouting. Klapstoel mee voor mij, schaatsen voor Alfred en Stijn. Mijn eerste uitje buiten de woonwijk. ‘Ik kan wel huilen’, zei ik bij aankomst tegen Alfred. En dat meende ik. Tranen in mijn ogen. Van blijdschap.
De lawine van emoties had ik niet aan zien komen. Misschien wat naïef, maar ik ben toch altijd optimistisch? Wat echter niet meehelpt is dat ik weinig alleen ben. Mijn beste beentje voor wil zetten voor de kinderen. Ze zijn gevoelig voor mijn gemoedstoestand. Die ellendige corona waardoor er steeds dilemma’s zijn. Ik wil niet chagrijnig zijn of zeuren want het gaat toch allemaal goed?
Het gaat ook goed. Ik sta overeind en dat zal zo blijven. Ik geniet van heel veel momenten. Was heel blij dat ik niet in ziekenhuis lag met die sneeuw. Heb weer wat vriendinnen over de vloer gehad, en dat doet me ook goed.
Desondanks voel ik me soms wat verloren. Spelen er kleine ziekenhuismomenten door mijn hoofd. Voel ik me onbegrepen terwijl ik wel begrip krijg. Wil ik gillen en schreeuwen. Word ik inwendig boos omdat ik gewoon ‘gewoon’ wil zijn. En ondertussen lach ik. Ook om mezelf. Boek ik een weekend Ameland. Zucht ik, omdat ik weer gestoord word in mijn bezigheden door de thuiswerkers. Glimlach, omdat ik weer gestoord word in mijn bezigheden door de thuiswerkers. Fijn dat ik er toch voor ze kan zijn. Iets kan betekenen.
Die lawine, lawine van emoties. Ik probeer de minder welkome tegen te houden. Maar uiteindelijk is er geen houden aan.
Tot slot de uitslag van de m-proteïne. De eerste meting na de sct zegt nog niet alles omdat de behandeling in de komende maanden nog wat doorwerkt. Dat weten we nog van de vorige keer. Toen viel de eerste uitslag wat tegen en was maanden later de laagste stand ‘2’.
Nu stond er ‘band meetbaar, niet te kwantificeren’. Zou dat betekenen dat het niet meer meetbaar is?! Of dat het nog op kweek staat? De sct-verpleegkundige wist het niet. Nagevraagd bij de arts, ik zou de volgende dag teruggebeld worden. Spannend! Half uur later gaat de telefoon. De arts had al gereageerd en dat wilde de verpleegkundige toch nog snel delen; de m-proteïne is wel aanwezig maar niet meetbaar!!! Wauw, wat een resultaat! Nu al! Alfred haalt snel taart om het te vieren. De emoties buitelen door me heen. Ook bij Alfred blijkt later. Hij benoemt mijn, onze, weggestopte angst. Fantastisch resultaat, maar het biedt geen garantie op de snelheid waarmee de kanker weer actief wordt. We hopen op minimaal 2 jaar. Na dit uitgesproken te hebben zijn we het er over eens; de angst wordt weggestopt, hoofd in het zand, en genieten van wat nú is.
Een lawine van emoties.