Archive : maart

Het spookhuis

Terwijl het spannend blijft wie er corona krijgt en in welke mate, blijft het hier ook spannend wat mijn kanker op het moment doet. Vorige week moest ik weer bloedprikken. Voor de zekerheid maar even een mailtje gestuurd of ik nog ergens rekening mee moet houden. Dat hoeft niet, ik mag nu echter wel op de voorrangsknop drukken. Vanuit de media en via Alfred weet ik dat het ziekenhuis nu anders is dan anders. Ik was er echter niet op voorbereid dat het nu een spookhuis is.

Voordat ik door de draaideur naar binnen ga, lees ik op de borden dat ik linksaf moet slaan. Rechts staan 2 handhavers. Twee dames staan achter snel inelkaar gezette balies met houten poten en plexiglas. Maar ik ben direct afgeleid door de formule 1 vakjes die aangeven waar je moet staan. En het oudere echtpaar dat hun hoofd door het plexiglas heen lijkt te willen steken terwijl ze opgewonden praten. Terwijl ik mij in een startpositie plaats word ik geroepen. Oja, er staat nog een mevouw. Aan een infuuspaal voor het hokje hangt een ontsmettingspompje. De vrouw vraagt of ik keelpijn heb, koorts of verkouden ben. Na ontkennend te hebben geantwoord mag ik doorlopen. Mijn normale weg wordt geblokkeerd door poefjes. Met, voor mij ondersteboven, de tekst ‘geen uitgang’. Ik loop er omheen en kijk in de schemering. Het anders zo gezellige restaurant is dicht. Het winkeltje is leeg. Er staan nog maar een paar tafeltjes en stoeltjes, ver uitelkaar, in examenopstelling. Ik wil een foto maken van de sombere aanblik maar vind het toch ongepast. In de wachtkamer van de prikpoli is het ook schemerig. Op de meeste stoeltjes staan rode kruizen, om afstand te creëren voor de wachtenden. Normaal zit er zeker een man of 10, nu maar 2. Eenmaal achter de balie lijkt alles weer gewoon zoals het was. Volop licht, een verpleegkundige zonder mondkapje of handschoenen. Die hebben ze vast elders harder nodig.
Als ik terugloop, loopt het bewuste echtpaar me tegemoet. Zij staat stil, maakt een beweging naar de man en zegt dat hij door moet lopen. Zij mag niet mee. Hij kijkt ontredderd. Wat een nare, verwarrende tijd. 

Zojuist belde het ziekenhuis. Mijn afspraak wordt een belafspraak. Prima. De wereld staat even stil omdat het moet, ik hoop dat mijn kanker meedoet.

Het virus

Uiteraard kan ik er niet om heen om ook nog even wat te zeggen over het rondgaande virus. Er zijn al wat mensen die gevraagd hebben hoe het nu voor mij is en ik zou bij deze willen zeggen: Welkom in mijn wereld!

Vier jaar geleden stond ónze wereld op zijn kop en draaide de rest van de wereld gewoon door. We moesten rekening houden met een onvoorspelbare, fatale ziekte. Met een daardoor tot stand gekomen lichamelijke beperking én een verminderd immuunsysteem. Dat laatste ook mede mogelijk gemaakt door de chemo en de SCT. De nu voorgeschreven regels van het RIVM werden voor mij normaal. En dan valt je op hoe onhygiënisch de rest van Nederland is. Hoesten boven de groenten in de supermarkt, met je vuist voor je mond, om vervolgens met diezelfde hand alle tomaten gaan bevoelen. Niezen in je hand voordat je met diezelfde hand de deur van het restaurant opent. Handen wassen in de keuken na het gebruik van het toilet. Met een beetje geluk wel met zeep voordat de handen aan de keukenhanddoek worden afgedroogd.
Daar sta je dan met gruwel naar te kijken, met je verminderde weerstand. Je verhoogde risico op longonsteking. Die het kan gaan winnen van je zwakke immuunsysteem. Dus veel handen wassen, niet aan mijn gezicht komen, desinfecteergel bij de hand. Want hé, ik ben degene die ziek is, dus het is mijn eigen verantwoordelijkheid. En maar hopen dat mensen die op bezoek komen zich bewust zijn van hún verantwoordelijkheid naar mij toe. En niet met achteloze arrogantie denken dat zíj geen ziektekiemen bij zich kunnen dragen. Want zelf zijn ze nóóit ziek. Zoals zoveel mensen in openbare gelegenheden. Dat is overigens ook de reden waarom ik op verjaardagen niet meer uit de gezamelijke bakken nootjes en chips eet. Of geen eten proef in supermarkten, blokjes kaas op de markt en….

Nu staat de héle wereld op zijn kop. Iedereen in thuisisolatie. Zat ik vier jaar geleden ook dus voor mij geen nieuws. Alleen voel ik me nu een stuk beter dan toen. En ik moet zeggen dat ik dat graag zo wil houden. Want dit virus slaat op de longen. Een kwetsbaar orgaan voor mij. Nu mijn kanker weer wat actiever wordt, wordt mijn immuunsysteem zwakker. Want die probeert tevergeefs de kanker weg te krijgen. Vandaar dat onze kinderen 2 weken niet met andere kinderen mogen spelen. En Alfred thuiswerkt. 

Natuurlijk baal ik ook stevig. Juist omdat ik weet dat ik weer een behandeling krijg, wil ik het er nu een beetje van nemen. We hebben een voorseizoensplek op een camping in de buurt gehuurd. Om eens uit te proberen. Maar ja, kunnnen we daar ooit wel heen. We hebben een seizoenspas gekocht in de voorverkoop voor een pretpark. (sst… weten de jongens nog niet). Maar ja, kunnen we daar wel optimaal gebruik van gaan maken. En zo is er voor iedereen wel een teleurstelling of onzekerheid wat betreft inkomen, voortbestaan van een bedrijf etc.

Als alles weer een beetje op gang komt is het gevaar voor mij niet geweken. Misschien wordt het dan juist wel groter. Ik blijf tenslotte bij de risicogroep horen. Het virus is niet ineens weg. En ik hoop dat heel Nederland dan blijft beseffen dat hygiëne belangrijk is. Je niet zomaar van je af hoeft te hoesten of je snot in het rond te sproeien. Juist om de mensen om je heen te beschermen. 

Wij gaan hier met goede moed weer het beste van maken. We zijn tenslotte min of meer gezond. Hebben voor hetere vuren gestaan. Genieten van wat de dag ons brengt. Want elke goede dag is er weer één!

Iets leuks

Enkele weken geleden schreef ik dat ik in de zenuwen zat voor de bloeduitslag en ‘iets leuks’. Nu bleek na de uitslag dat de zenuwen nagenoeg weg waren en dat die dus vooral daarmee te maken hadden. Ik kondig niet graag op internet aan dat we op vakantie gaan, vandaar dat ik niks wilde zeggen. Maar Alfred en ik zijn naar New York geweest!

Vlak na het boeken hiervan kwam aan het licht dat ik verdere onderzoeken nodig had. Er was een lichte angst dat we de hele boel konden annuleren. De voorbereidingen stelde ik dan ook uit tot er bekend was dat we echt konden gaan. En toen ik de boel eenmaal in gang had gezet hoorde ik steeds meer verhalen over strenge douane, lichamelijk gefouilleerd worden (auw), en weigeringen zonder reden om het land in te komen. Ik moest ook nog mijn plantaardige, niet overal erkende en geaccepteerde, pijnstilling meenemen. Dat koste drie verschillende stempels en handtekeningen op een vodje. Voor de laatste stempel was zelfs een bezoek aan de rechtbank nodig. Maar toch, gaan ze dit goedkeuren? Een lange reis, veel in de rij staan, kom ik niet zo kapot aan dat ik de rest van de dagen daarvan moet bijkomen? Je kunt je afvragen waarom we er dan ook aan beginnen, als ik zoveel bezwaren heb. Wat een luxe gezeur. Tja, ik denk dat als ik niet ziek was geweest we dit helemaal niet hadden gedaan nu. Zomaar naar New York. En waar een wil is, is een -in mijn geval hobbelige- weg.

Op aanraden van een vriend vroeg ik assistentie bij de vliegvelden aan. We melden ons bij een balie, lieten de papieren zien. Ik werd in een rolstoel gezet en bij douane 1 langs de rij gereden om direct door te kunnen. Alle zorgvuldig ingepakte medicijnen en vloeistoffen in de doorzichtige zakjes konden gewoon in de koffer blijven. De medische en gelegaliseerde verklaringen ook. Douane nummer 2 van hetzelfde laken een pak. Binnen een mum van tijd zaten we in een wachtruimte om naar de gate gebracht te worden. Easy peasy. Letterlijk en figuurlijk er doorheen gerold. Wat een service, wat een energie scheelde dit! Eenmaal in Amerika was ik door de vliegreis doodop. Maar ook daar werd ik in een rolstoel gezet. Twee keer een foto, twee keer vingerafdrukken, twee vragen verder en hup, naar de taxi!

Totaal gevloerd liet ik me om half 2 ’s nachts (onze tijd) op het hotelbed zakken. Om de volgende ochtend 6 uur lokale tijd wakker te worden. Het begin van een imponerende vakantie. Wat een stad! Zoveel te zien, zoveel indrukken. We hebben gefietst in Central Park, een boottochtje gemaakt, op Top of the Rock gestaan, 9/11 memorial bezocht, Chinatown, Times Square en veel gegeten. Op de laatste ochtend MoMA bezocht. Rust in de grote stad. Daar the Starry Night mogen bewonderen, een van mijn favoriete schilderijen.

Nu we weer een week thuis zijn is het nauwelijks te bevatten dat we geweest zijn. Niet zijn tegengehouden op wat voor manier dan ook door mijn medische geval. Een fantastische ervaring, in alle opzichten!