Onlangs stelde een vader van twee jonge kinderen zich voor in de lotgenotengroep. Op zich niks bijzonders, er komen steeds meer jonge mensen bij. Hij omschrijft de zware tijd die het gezin gehad heeft en dat nu alles weer een beetje normaal wordt, zoals een aantal jaar geleden. Maar dat het heel moeilijk is dat het onbezorgde weg is. Leven met de wetenschap dat de ziekte weer actief wordt. Een bekend verhaal in de groep. En er is niemand die reageert met: “Joh, nu gaat het toch goed? Dus je moet niet aan de toekomst denken.” Of: “Voor iedereen is het leven onzeker, ik kan ook zomaar onder een auto komen.” Daar moet ik altijd een beetje om lachen. Natuurlijk klopt het, wie zegt dat wij overlijden aan deze ziekte? Misschien is er wel een aanslag op Utrecht CS net op het moment dat ik daar loop met de kinderen. Wie weet valt Alfred er vandaag bij neer en staat nooit meer op. Scenario’s van het onvoorspelbare leven zijn er genoeg. Maar wat als het je gezegd wordt? “Over gemiddeld zeven jaar word je aangereden door een auto.” Haal je dan nog je schouders op? Of kijk je een keertje extra naar links en rechts?
Omdat ik blij ben met hoe ons leven nu verloopt reageer ik op de post van deze man;
Ha X, wat staat je leven opeens op zijn kop hè? Heel herkenbaar dat dat onbezorgde weg is. Vooral voor de kinderen. Toch lukt het ons om de draad weer op te pakken. Anders, heel anders, maar zo is het leven ook goed. De onzekerheid blijft als een onderstroom aanwezig maar ik ben blij met de weken, maanden, jaren dat ik geen behandeling heb. Wetend dat er weer een mindere tijd komt geeft me dat nu juist de drive om te léven. En af en toe gewoon toegeven aan de angst en het verdriet kan enorm opluchten. Succes met hier een weg in vinden!
Morgen heb ik een informatiegesprek op de nieuwe school van Rowan. Ik ben de laatste weken weinig met de ziekte bezig en geniet lekker van onze feestweken. En van deze nieuwe overgang in het leven van Rowan. Maar ik ga morgen wel vertellen dat ik ongeneeslijk ziek ben. En hoe we daar mee omgaan. Hoe ik wil dat daar op school mee omgegaan wordt.
Wie vertelt in zo’n gesprek dat hij misschien onder een auto terecht gaat komen?