Het onderwerp wat het meest besproken is, is mijn haar. Of het ontbreken daarvan. Als ik iedereen moet geloven stond alles me goed. Dun en slap (je hebt je haar nog!), kaal, muts, doekje, pruik, stekels, ultra kort, permanent, uitgezakt permanent, nou ja kortom; ik ben een enorme geluksvogel. Hoewel ik natuurlijk liever mijn haar had gehouden vond ik de gedaantewisselingen wel grappig. Toen Alfred mijn laatste plukken had afgeschoren hing er een lichte spanning om hem heen voor mijn reactie. Totdat ik in de spiegel keek en zei: ‘Ik lijk Sugar Lee Hooper wel.’ Daarop schoot Alfred in de lach, dit was ook het eerste wat hem te binnen schoot. Ik begin er nu weer om te lachen. Met een beanie muts achter mijn oren was ik net Dopey van Sneeuwwitje. Bij de eerste stekeltjes leek ik op mijn vader en daar kwam hij zelf ook mee. G.I. Jane, Rizzo, Joop ter Heul. Ach, in de jaren 20 tot en met de jaren 50 was ik best hip geweest.
Vaak kreeg ik ook de vraag of ik het nu kort hield. Maar ik wil het persé laten groeien. En dan zelf beslissen of ik het eventueel kort knip. Als ik nu in de spiegel kijk zie ik mezelf weer en dat vind ik toch het prettigste spiegelbeeld. Hoeft Rowan niet meer aan vriendjes, die voor het eersrt over de vloer komen, op een foto te laten zien dat ik eigenlijk lang haar ‘hoor’ te hebben. Dat dit (lelijke vindt hij) korte haar maar tijdelijk is. En dan was er nog iets. Ik moet een nieuw paspoort. Dus nieuwe pasfoto’s. Waar ik jarenlang tegenaan moet kijken. IJdelheid? Ja. En nee. Ik wil namelijk geen foto die me meeneemt naar wat was. Maar een foto die laat zien dat ik het ben.